5 het strafrecht

Uitgangspunten (3/5)
Er wordt gekeken naar de situatie waarin het delict plaatsvond.

Overmacht
Noodweer
Wanneer er sprake is van zelfverdediging
De situatie dwingt je tot iets strafbaars. Bijvoorbeeld: hoogzwangere vrouw naar ziekenhuis brengen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Uitgangspunten (3/5)
Er wordt gekeken naar de situatie waarin het delict plaatsvond.

Overmacht
Noodweer
Wanneer er sprake is van zelfverdediging
De situatie dwingt je tot iets strafbaars. Bijvoorbeeld: hoogzwangere vrouw naar ziekenhuis brengen

Slide 1 - Slide

Herhaling paragraaf 4: examenopdrachten hoofdstuk 3/4 blz. 52

Op welke manier zorgt de grondwet voor rechtsbescherming? 
Wat is nou eigenlijk rechtszekerheid? 

Hoofdstuk 5: Het strafrecht 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat het strafrecht inhoudt
- weet je wat de uitgangspunten van het strafrecht zijn
les 2
-  weet je wat de rechten van verdachten zijn (volwassenen en jeugd)
5.1 uitgangspunten van het strafrecht 

Slide 3 - Slide

Uitgangspunten rechtsstaat in strafrecht:
-Legaliteitsbeginsel: de wet bepaalt wanneer iets strafbaar is
-onschuldig tot het tegendeel bewezen wordt
-iedereen heeft recht op een eerlijk proces
-rekening houden met wie de dader is (leeftijd, achtergrond)

Slide 4 - Slide

voorbeeld
Nicky Verstappen.                      . 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Uitgangspunten?
Uitgangspunten: waar houd je als rechter rekening mee?

Slide 7 - Slide

Uitgangspunten (1/5)
- je kunt alleen gestraft worden voor iets wat volgens de wet strafbaar is

De wet bepaalt ook de maximumstraf

Slide 8 - Slide

Uitgangspunten (2/5)
Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict

Met drank op achter het stuur wordt door een andere rechter behandeld dan moord en er staat een veel zwaardere straf op moord

Slide 9 - Slide

3/5: situatie van het delict
Noodweer = zelfverdediging


Overmacht = door de situatie kun je er niets aan doen.

 

Slide 10 - Slide

Uitgangspunten (4/5)
Er wordt rekening gehouden met de achtergrond en persoonlijke eigenschappen van de dader

Ontoerekeningsvatbaar
de dader weet niet wat hij doet, hij kan er zelf niets aan doen en moet psychiatrische hulp krijgen. (geldt dus niet voor drank of drugs)

Slide 11 - Slide

Uitgangspunten (5/5)
Er wordt rekening houden met de leeftijd van de dader

zie jeugdstrafrecht

Slide 12 - Slide

waar kijkt de rechter naar?
De volgende 4 vragen moeten rechters voor zichzelf beantwoorden: 
1. Is het ten laste gelegde feit (geheel) bewezen?
2. Levert het bewezen feit een strafbaar feit op?
3. Is de dader strafbaar?
4. Welke straf moet worden opgelegd?

Slide 13 - Slide

aan het werk
aankomende 2 lessen moet hoofdstuk 5 gemaakt zijn. 

Slide 14 - Slide

Rechten verdachten
  1. Verdachte = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
De politie moet dus een goede reden hebben om je aan te houden
vanaf moment van inverzekeringstelling (langer dan 6 uur vastgehouden). Als je de kosten niet kan betalen wordt een advocaat toegewezen
Een verdachte mag maximaal 110 dagen en 6 uur worden vastgehouden voordat de rechtszaak begint
Een verdachte moet wel meewerken aan het vaststellen van de identiteit (legitimatie, vingerafdrukken, DNA)
Wanneer een rechter niet onpartijdig is kan een rechter 'gewraakt' worden. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het proces van Wilders
Soms heeft de media iemand al veroordeeld voordat de rechter het vonnis geveld heeft. Dit noem je 'trial by media'. Eenzijdige berichtgeving zorgt er dan voor dat ook de samenleving een verdachte al schuldig vindt. Goede media spreekt dan ook van verdachte ipv dader.

Slide 15 - Slide

Rechten verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. vrijgesproken = vrij behalve bij moordzaken
ernstige delicten zoals moord kunnen nooit verjaren

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Jeugdstrafrecht
Art. 77a-77hh Sr:
• Leeftijden:
• Tot 12 jaar: geen strafrechtelijke vervolging
• Tot 18 jaar: toepassing jeugdstrafrecht
• Vanaf 16 jaar mag ook meerderjarigen strafrecht worden toegepast. Rechter bepaalt.
• Tussen 18-21 mag ook jeugdstrafrecht worden toegepast.

Slide 18 - Slide

aan het werk
einde van de les moet hoofdstuk 5 gemaakt zijn. 

Slide 19 - Slide