43 - 1VMA - Herhaling repetitie








Plattegrond van meneer Biesheuvel




Planning van het eerste uur:

  • Schrijver op bezoek: Hans Mijnders 

Planning van het tweede uur
  • Herhaling leerstof repetitie: lijdend voorwerp 

Aan het einde van deze les
  • heb ik een schrijver gezien;
  • weet ik hoe ik het lijdend voorwerp kan vinden in de zin
  • weet ik wat ik moet leren voor de repetitie

WELKOM 1A :)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson








Plattegrond van meneer Biesheuvel




Planning van het eerste uur:

  • Schrijver op bezoek: Hans Mijnders 

Planning van het tweede uur
  • Herhaling leerstof repetitie: lijdend voorwerp 

Aan het einde van deze les
  • heb ik een schrijver gezien;
  • weet ik hoe ik het lijdend voorwerp kan vinden in de zin
  • weet ik wat ik moet leren voor de repetitie

WELKOM 1A :)

Slide 1 - Slide

Leerstof repetitie H3
Ik:
kan alinea's herkennen
kan de kernzin van de alinea aanwijzen
kan hoofd- en bijzaken onderscheiden
ken de woorden uit de woordenlijst
weet wat een tegenstelling is
kan het werkwoordelijk gezegde vinden
kan het onderwerp vinden
kan het lijdend voorwerp vinden
kan de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen
kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen 
Repetitie
Woensdag 16 maart

Slide 2 - Slide

                   Individueel werken 
timer
3:00
Wat
Maak de opdracht op het werkblad. 
Hoe
Voor jezelf, vraag hulp aan de klasgenoot naast je als dat nodig is.  
Hulp
Help elkaar of steek je vinger op, dan kom ik langs. 
Tijd
Ongeveer 3 minuten
Uitkomst
We bespreken straks de opdrachten.  
Klaar
Denk alvast na over de volgende opdracht

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
- Maak de zin vragend en kijk welk woord er vooraan staat.

- Verander de zin in verleden of juist tegenwoordige tijd en kijk welk woord verandert. 

Hij loopt naar huis. 

Loopt hij naar huis? Eerste woord: loopt. 
Hij liep naar huis. Woord dat verandert: loopt. 

Slide 4 - Slide

Zinsdeelstrepen
Kijk welke zinsdelen voor de persoonsvorm kunnen staan. 

Joep | pakte | gisteren | zijn tas | uit de kast.

Gisteren pakte Joep zijn tas uit de kast. 
Zijn tas pakte Joep gisteren uit de kast.
Uit de kast pakte Joep gisteren zijn tas.

Slide 5 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin + 
  • Splitsbare werkwoorden (omspoelen - ik spoel het glas om)
  • 'Aan het' (ik ben aan het fietsen
  • 'Te' (ik zit te gamen

Slide 6 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?

Vraagzin maken: wie (of wat) + gezegde?

Het antwoord is het onderwerp. 

De olifant rent.

Wie rent? 
De olifant > onderwerp 

Slide 7 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp? 
Vraagzin maken: wie (of wat) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Het antwoord is het lijdend voorwerp

De aap | pakt | een banaan.

Wat pakt de aap? 
Een banaan > lijdend voorwerp


Slide 8 - Slide

Stappenplan zinsontleding
Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:


1. Onderstreep de pv
tijdproef
2. Verdeel de zin in zinsdelen
zinsdeelproef
3. Benoem het werkwoordelijk gezegde
alle werkwoorden in de zin + 'aan het' + 'te' + splitsbare werkwoorden
4. Benoem het onderwerp
wie/wat + werkwoordelijk gezegde? 
Antwoord = onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 
Antwoord = lijdend voorwerp 

Slide 9 - Slide

                   Individueel werken
timer
7:00
Wat
Maak 'Versterk jezelf' > lijdend voorwerp
Hoe
Individueel 
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs. 
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze stof moet je kennen voor de repetitie. 
Klaar
Werk aan je boekpresentatie. 

Slide 10 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt een schrijver gezien;
  • weet hoe je het lijdend voorwerp kan vinden in de zin
  • weet wat je moet leren voor de repetitie

Huiswerk 
Repetitie: woensdag 16 maart
> neem een leesboek mee voor als je eerder klaar bent met de repetitie! 

GEBED

Slide 11 - Slide