VWO / HAVO 4 - 12 janvier

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Zet je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour ! 
- Zet je camera aan

- Zet je telefoon naast je, we gaan het gebruiken


Fijne les! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui 
- Herhaling oefening van de grammatica : adverbe, werkwoorden, passé vs imparfait

- Digitale methode 

Leerdoelen : Jullie hebben een herhaling van de grammatica gehad

Slide 3 - Slide

Bijwoord

Étrange -->
A
Étrangement
B
Étrangemment

Slide 4 - Quiz

Adverbes 

Étrange --> Étrangement

Slide 5 - Slide

Bijwoord

Clair -->
A
Clairment
B
Clairement

Slide 6 - Quiz

Adverbes 

Clair --> Clairement

Slide 7 - Slide

Bijwoord

Abondant -->
A
Adondantement
B
Abondemment
C
Abondamment

Slide 8 - Quiz

Adverbes 

Abondant --> Abondamment

Slide 9 - Slide

Onregelmatige bijwoord

gentil -->
A
gentilement
B
gentilment
C
gentilemment
D
gentiment

Slide 10 - Quiz

Onregelmatige bijwoord

bon -->
A
bonement
B
bien

Slide 11 - Quiz

VWO - leerlingen 

Jullie moeten ook de plaats van het bijwoord in de zin kennen. 
Jullie kunnen de gevallen op pagina 53 vinden. 

Slide 12 - Slide

Passé composé

"Tu pouvoir"
A
Tu es pu
B
Tu as pu
C
Tu es pouvu
D
Tu as pouvu

Slide 13 - Quiz

Passé composé 
Hulpwerkwoord avoir of être + voltooid deelwoord

Voltooid deelword - 
er --> é, ir --> i, -re --> u 

Slide 14 - Slide

Conditionnel

"Nous servir"
A
Nous servons
B
Nous servirons
C
Nous servirions
D
Nous servions

Slide 15 - Quiz

Conditionnel 

Hele werkwoord + uitgangen van de imparfait 

Servir + ions = servirions 

Slide 16 - Slide

Imparfait

"Je dormir"
A
Je dormai
B
Je dormais
C
Je dormait
D
Je dormi

Slide 17 - Quiz

Conditionnel 
Nous vorm met le présent - ons. 

Nous dormons - ons = dorm 
Je dorm + uitgang = Je dormais 

Slide 18 - Slide

Présent

"Il partir"
A
Il parti
B
Il partit
C
Il par
D
Il part

Slide 19 - Quiz

Futur simple

"Ils sentir"
A
Ils sentent
B
Ils sentiraient
C
Ils sentiront
D
Ils sentaient

Slide 20 - Quiz

Futur simple
Nous vorm met le présent - ons. 

Nous dormons - ons = dorm 
Je dorm + uitgang = Je dormais 

Slide 21 - Slide

Welke ww moeten jullie kennen?
VWO : pouvoir, vouloir, connaître, servir en de werkwoorden die dezelfde einde van deze 4 hebben. (Pagina 64)

HAVO : pouvoir, décrire, servir en de werkwoorden die dezelfde einde van deze 3 hebben. (Pagina 64)

Slide 22 - Slide

Welke tijd moeten jullie gebruiken als de actie afgerond is ?
A
Passé composé
B
Imparfait

Slide 23 - Quiz

Welke tijd moeten jullie gebruiken als de actie afgerond is ?
A
Passé composé
B
Imparfait

Slide 24 - Quiz

Welke ww moeten jullie gebruiken?
Als de actie afgerond is moeten jullie le passé composé gebruiken. 

"J'ai rangé ma chambre" 
"Il est tombé" 

Slide 25 - Slide

Welke tijd moeten jullie gebruiken als de zin een beschrijving of een gewonte is ?
A
Passé composé
B
Imparfait

Slide 26 - Quiz

Welke ww moeten jullie gebruiken?
Als de zin een gewoonte, een beschrijving of een feit is, moeten jullie l'imparfait gebruiken. 

"Il pleuvait tout le temps au mois de mars" 
"Ils jouaient toujours dans le parc" 

Slide 27 - Slide

Tips 
Als jullie in een zin deze woorden zien : puis, alors, ensuite, après, tout à coup, soudain, l'année dernier --> passé composé 

Souvent, toujours, quelquefois, autrefois, tous les jours, avant, d'habitude --> Imparfait 

(De woorden staan ook op pagina 75) 

Slide 28 - Slide

Vragen over het proefwerk ? 

Zijn er nog vragen? 

Slide 29 - Slide

Digitale methode 
Nu moeten jullie met de digitale methode werken aan jullie leerdoelen voor het proefwerk. 

Als jullie de toets al hebben gedaan, moeten jullie aan de examenteksten 5 en 6 (studiewijzer) werken.  

Slide 30 - Slide