Oefentoets schoonmaak

Oefentoets schoonmaken
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets schoonmaken

Slide 1 - Slide

Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen. Noteer deze vier groepen.

Slide 2 - Open question

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 3 - Slide

Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

Slide 5 - Quiz

Waar zorgen desinfecteermiddelen voor?
A
Dat alles schoon blijft
B
Dat alle vlekken worden verwijderd
C
Dat alles glanst
D
Dat de meeste micro-organismen doodgaan.

Slide 6 - Quiz

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Oplosmiddelen zijn milieugevaarlijk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat houdt de schoonmaakregel in?

Slide 9 - Open question

Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:








  1. Werk van schoon naar vuil;
  2. Werk van buiten naar binnen;
  3. Werk van hoog naar laag;
  4. Werk in een logische; werkvolgorde 
  5. Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.

Slide 10 - Slide