Week 48 4 TL Duits

Programm
Rückschau
Planung
Redemittel
Grammatik
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programm
Rückschau
Planung
Redemittel
Grammatik

Slide 1 - Slide

Rückschau

Slide 2 - Slide

Grammatik Seite 28 im TB

Werden

Fahren

Gehen

Wat betekenen deze woorden?
Wat is het verschil?

Slide 3 - Slide

Grammatik Seite 28 im TB

Als je ergens heen gaat gebruik je het woord ''naar''. In het Duits vertaal je naar op meerdere manieren. Wat zijn de verschillen?


nach

zu

in

Zu Hause vs. Nach Hause

Slide 4 - Slide

Planung für heute
Korrigieren
           - opdr. 20ab + 21
Schreiben
           - Formular ausfüllen
Starke Verben
           - Aufgabe 40 auf Seite 64

Slide 5 - Slide

Korrektur

Ich lese die Antworten, ihr korrigiert oder ergänzt


Aufgabe 20ab + Aufgabe 21 ab Seite 53

timer
5:00

Slide 6 - Slide

Schreiben

Dikke kans dat als jij iets met Duits moet doen later dit te maken heeft met het invullen van een formulier:

- reservering

- bestelling


Opdr. 38-> blz. 63-> kies de juiste vertaling
Opdr. 39-0> blz. 63/64-> vul het formulier in

timer
10:00

Slide 7 - Slide

Starke Verben

Wat is het onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden:


In het Nederlands:


In het Duits:


Ik ga dit onthouden door:

Slide 8 - Slide

Starke Verben

Je moet de sterke werkwoorden leren:

         - vaak gaat wel op: sterk in NL-> sterk in DU

         - in het Du ook klankverandering in TT

         - gebruik om te leren de Spick-o-thek C achter in je TB


Opdr. 40-> blz. 64-> maak compleet-> vul in-> zet in goede vorm  -> Niet af-> Huiswerk voor morgen!!!!

Slide 9 - Slide

Programm
Rückschau
Planung
Lesen

Slide 10 - Slide

Rückschau

Slide 11 - Slide

Planung für heute
Lesen
           - deel van KB-examen vorig jaar

Hoe ga je dit aanpakken?

Slide 12 - Slide

Stappenplan: Stap 1
Voorbereiden
- wat is het onderwerp?
- wat weet ik al?
- wat zeggen de vragen? Krijg ik hierdoor informatie?
- welke woorden hebben hiermee te maken?
- welke bron is de basis van het fragment?

Slide 13 - Slide

Stappenplan: Stap 2
Oriënteren 
- globaal lezen/luisteren/kijken
- wat zijn de onderwerpen in de tekst?
- titels?
- tussenkopjes?
- welke informatie is belangrijk?
- welke informatie wordt vaak herhaald?

Slide 14 - Slide

Stappenplan: Stap 3
Intensief 
- hele tekst kijken/luisteren/lezen
- focus ligt op begrip
- details zijn belangrijker
- doel om inhoudelijk iets te kunnen zeggen

Slide 15 - Slide

Stappenplan: Waarom!?
Voorbereiden
Oriënteren
Intensief 

Je gaat van algemeen naar specifiek. Je gebruikt de eerdere stap als kapstol voor de nieuwe informatie.


Slide 16 - Slide

Aufgabe

Maak de vragen bij tekst 1 tot en met tekst 3.


Zorg dat je morgen dit af hebt-> we bespreken het na!

Slide 17 - Slide

Programm
Rückschau
Planung
Lesen

Slide 18 - Slide

Rückschau

Slide 19 - Slide

Planung für heute
Lesen
           - afmaken en corrigeren
Schreiben
  • maak de opdracht-> maak gebruik van een woordenboek
  • let op: werkwoorden goed vervoegen + woorden vertalen!

Slide 20 - Slide

Stappenplan: Stap 1
Voorbereiden
- wat is het onderwerp?
- wat weet ik al?
- wat zeggen de vragen? Krijg ik hierdoor informatie?
- welke woorden hebben hiermee te maken?
- welke bron is de basis van het fragment?

Slide 21 - Slide

Stappenplan: Stap 2
Oriënteren 
- globaal lezen/luisteren/kijken
- wat zijn de onderwerpen in de tekst?
- titels?
- tussenkopjes?
- welke informatie is belangrijk?
- welke informatie wordt vaak herhaald?

Slide 22 - Slide

Stappenplan: Stap 3
Intensief 
- hele tekst kijken/luisteren/lezen
- focus ligt op begrip
- details zijn belangrijker
- doel om inhoudelijk iets te kunnen zeggen

Slide 23 - Slide

Stappenplan: Waarom!?
Voorbereiden
Oriënteren
Intensief 

Je gaat van algemeen naar specifiek. Je gebruikt de eerdere stap als kapstol voor de nieuwe informatie.


Slide 24 - Slide

Heute
Lesen
 afmaken en corrigeren -> examenblad.nl-> 2018->KB-> tijdvak 1

Schreiben
  • maak de opdracht-> maak gebruik van een woordenboek
  • let op: werkwoorden goed vervoegen + woorden vertalen!

Slide 25 - Slide