Periode 2-Week 1

English
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:
  • Tekstdoelen
  • Meervoud (Plurals)
  • Taalblokken 
- Reading (A2/B1)
-Listening (A2/B1)
-Grammar (A1/A2)

Slide 2 - Slide

All sorts of texts

Slide 3 - Slide

Tekstdoel
Tekstdoel
De schrijver wil
Voorbeelden
informeren
dat je iets te weten komt
krantenbericht, folder
instrueren
zeggen hoe je iets moet doen
handleiding, recept
overhalen/activeren
dat je wel of niet iets gaat doen 
uitnodiging, advertentie
overtuigen
zijn mening geven
reactie op website, recensie
amuseren
je vermaken
fictief verhaal, stripverhaal

Slide 4 - Slide

Meervoud in het Engels
  • Bij de meeste woorden -s of -es aan het woord plakken.
one chair - two chairs                one pizza- two pizzas                one boy- two boys
one kiss -   two kisses                one box- two boxes                    one play - two plays

  • Eindigt woord op medeklinker + y => -y wordt ies
one country - two countries         one strawberry -two strawberries

  • Eindigt woord op een -o => -es toevoegen.
one tomato - two tomatoes            one potato - two potatoes



Slide 5 - Slide

Meervoud in het Engels
  • Eindigt woord op een -f of -fe => -ves toevoegen
one  shelf >two  shelves                 one knife> two knives

  • sommige woorden hebben eigen meervoud > uit je hoofd leren. 
one mouse > two mice           one (wo)man > two (wo)men  one foot >two feet

  • sommige woorden blijven hetzelfde in het meervoud.
one fish > two fish           one sheep> two sheep    one deer> two deer

Slide 6 - Slide

Zet het woord in het meervoud:
student

Slide 7 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
sheep

Slide 8 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
boy

Slide 9 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
box

Slide 10 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
apple

Slide 11 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
hobby

Slide 12 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
wolf

Slide 13 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
man

Slide 14 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
mouse

Slide 15 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
foot

Slide 16 - Open question

Zet het woord in het meervoud:
life

Slide 17 - Open question

To Do:

  • Taalblokken 
- Reading (A2/B1)
-Listening (A2/B1)
-Grammar (A1/A2)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide