Module Speaking
Module Speaking
Page 12
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Module Speaking
Page 12
Slide 1 - Slide
Speaking Lesson 1
Leerdoelen:
- Je kunt communiceren over alledaagse taken.
- Je kunt bespreken wat er moet gebeuren en daarbij tips geven.
- Je kunt aanwijzingen geven en om aanwijzingen vragen.
- Je kunt afspraken maken.
- Je kunt eenvoudige aankopen doen.
- Je kunt vergelijkingen maken als je het hebt over dingen en bezittingen.
Words: DIY
Grammar: Vergelijkingen
Vocabulary extra: Intensifiers en mitigators
Slide 2 - Slide
Speaking Lesson 1
Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
Slide 3 - Slide
Speaking Lesson 1
Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
Slide 4 - Slide
Speaking Lesson 1
Intensifier = maakt het woord wat erna komt sterker.
Mitigator = maakt het woord wat erna komt zwakker.
Do Exercise 6 + 7 on p. 16/17Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
timer
5:00
Slide 5 - Slide
Answers
Exercise 6 (p. 16)
Exercise 6 (p. 16)
Intensifier = maakt het woord wat erna komt sterker.
Mitigator = maakt het woord wat
erna komt zwakker.
Slide 6 - Slide
Answers Exercise 7 (p. 17)
Slide 7 - Slide
Speaking Lesson 1
Use the speaking cards on p. 53 and 61!
Practise speaking English together!
Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
timer
15:00
Slide 8 - Slide
Speaking Lesson 1
Do Exercise 13 (p. 20).
Check the exercise.Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
7 - 10 questions correct? Awesome! Continue working on 'Speak Up'!
Less than 7 correct? Listen to your teacher's instructions.
Slide 9 - Slide
Answers Exercise 13 (p. 20)
Slide 10 - Slide
Speaking Lesson 1
Leerdoelen:
- Je kunt communiceren over alledaagse taken.
- Je kunt bespreken wat er moet gebeuren en daarbij tips geven.
- Je kunt aanwijzingen geven en om aanwijzingen vragen.
- Je kunt afspraken maken.
- Je kunt eenvoudige aankopen doen.
- Je kunt vergelijkingen maken als je het hebt over dingen en bezittingen.
What do you think?
Kan jij bovenstaande dingen inmiddels in het Engels?
Slide 11 - Slide
Speaking Lesson 2
Leerdoelen:
- Je kunt vragen wat anderen wel en niet leuk vinden.
- Je kunt aangeven dat je het (on)eens bent met anderen.
- Je kunt op beleefde wijze een overtuiging, mening, instemming en afkeuring aangeven.
- Je kunt een verhaal vertellen of iets beschrijven.
- Je kunt een korte, eenvoudige beschrijving geven van gebeurtenissen en activiteiten.
- Je kunt alledaagse dingen van de omgeving omschrijven.
- Je kunt een korte presentatie houden.
Words: Books & films
Expressions: Voorkeur en mening aangeven, verhaal vertellen en presenteren
Vocabulary extra: Easily confused words
Slide 12 - Slide
Speaking Lesson 2
Words:
Studybox p. 68
Vocabulary extra:
Studybox p. 68/69
Expressions:
Studybox p. 69
