Engels 22-04-24

Engels 
Ik kan mezelf voorstellen
Ik kan de werkwoorden to be, to have en to do gebruiken in de tegenwoordige en verleden tijd.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Engels 
Ik kan mezelf voorstellen
Ik kan de werkwoorden to be, to have en to do gebruiken in de tegenwoordige en verleden tijd.

Slide 1 - Slide

Stel jezelf voor in hele zinnen:
zeg je naam, leeftijd, waar je woont, waar je naar school gaat en wat een hobbie van je is.

Slide 2 - Open question

My name is Ivo Wasser
I live in Gouda
I work in Alphen aan de rijn at Rijnstroom College Intern
I like to sing and to work-out.

Slide 3 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to be'
I

You
he/she/it

We
They
am

are
is

are
are

Slide 4 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to be'
I

You
he/she/it

We
They
am

are
is

are
are
was

were
was

were
were

Slide 5 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to have'
I

You
he/she/it

We
They
have

have
has

have
have

Slide 6 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to have'
I

You
he/she/it

We
They
have

have
has

have
have
had

had
had

had
had

Slide 7 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to do'
I

You
he/she/it

We
They
do

do
does

do
do

Slide 8 - Slide

Werkwoord to be:
I am
You are
He/She/it I
Werkwoord; 'to do'
I

You
he/she/it

We
They
do

do
does

do
do
did

did
did

did
did

Slide 9 - Slide

Hoe vervoeg je het werkwoord 'to be' in de tegenwoordige tijd met het persoonlijk voornaamwoord 'I'?
A
I are
B
I be
C
I is
D
I am

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van 'to have' in de verleden tijd met het persoonlijk voornaamwoord 'you'?
A
you has
B
you had
C
you has had
D
you have

Slide 11 - Quiz

Welke vervoeging van 'to do' is correct in de tegenwoordige tijd met het persoonlijk voornaamwoord 'we'?
A
we does
B
we doing
C
we do
D
we did

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van 'to be' in de verleden tijd met het persoonlijk voornaamwoord 'he'?
A
he am
B
he was
C
he be
D
he is

Slide 13 - Quiz

Hoe vervoeg je 'to have' in de tegenwoordige tijd met het persoonlijk voornaamwoord 'she'?
A
she has
B
she having
C
she have
D
she had

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig maken:
Dylan; Lezen en gesprekken voeren
Maryam; schrijven t/m 38

Slide 15 - Slide

Ik kan mezelf voorstellen in het Engels
Kan ik helemaal niet
lukt nog niet
kan ik al een beetje
Lukt me helemaal

Slide 16 - Poll

Ik kan de vervoegingen van to be, to have en to do in het Engels
Kan ik helemaal niet
lukt nog niet
kan ik al een beetje
Lukt me helemaal

Slide 17 - Poll