Meervoud 16/05

Meervoud 
Na deze les weet je wanneer een woord in meervoud schrijft met:
-s
-'s
-ën
-ieën 
-iën 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Meervoud 
Na deze les weet je wanneer een woord in meervoud schrijft met:
-s
-'s
-ën
-ieën 
-iën 

Slide 1 - Slide

Meervoud 
Na deze les weet je wanneer een woord in meervoud schrijft met:
liedjes
solo's
zeeën
melodieën  
bacteriën 

Slide 2 - Slide

Meervoud 
Na deze les weet je wanneer een woord in meervoud schrijft met:
liedjes
solo's
zeeën 
melodieën   
bacteriën 

Slide 3 - Slide

Meervoud 
- Eindigt het woord op ee dan komt er ë achter:
Zee - Zeeën
- Als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt komt er ë achter:
Ca-te-go-rie - Categorieën
- Als de klemtoon op een eerdere lettergreep eindigt het woord op -iën:
Ce-re-mo-nie - Ceremoniën

Slide 4 - Slide

Opdracht 9 

Slide 5 - Slide

Opdracht 10

Slide 6 - Slide

Opdracht 11

Slide 7 - Slide

Maak opdracht
13 (blz. 29)



timer
8:00

Slide 8 - Slide

Leesstrategieën
Globaal
Zoekend 
Intensief

Slide 9 - Slide

Leesstrategieën
Globaal lezen:
Lezen op erachter te komen waar de tekst over gaat.
Je leest niet alles. Alleen de titel, inleiding, tussenkopjes.

Slide 10 - Slide

Leesstrategieën
Zoekend lezen:
Je bent gericht op zoek naar specifieke informatie. Bijvoorbeeld de kosten van een ticket, of de bustijden.

Slide 11 - Slide

Leesstrategieën
Intensief lezen:
Je wilt alles van de tekst begrijpen. Bijvoorbeeld voor een toets.

Slide 12 - Slide

Opdracht 2 (blz. 34)

Slide 13 - Slide

Studiemeter
timer
15:00

Slide 14 - Slide