Elektriciteit B3 Stroomsterkte en spanning les 4

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H1: Elektriciteit 
1.1  De stroomkring
1.2 In serie of parallel schakelen

1.3 Stroomsterkte en spanning meten
1.4 Vermogen
1.5 Energie
1.6 Beveiliging van de stroomkring



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Nova digitale boek koppelen
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Huiswerk
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteit
Nova code:
klascode 078075

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  1. Wat de kenmerken van serieschakelingen en parallelschakelingen zijn
  2. Hoe je kunt herkennen of een stroomkring in serie of parallel geschakeld is.
  3. Hoe je een schakelschema kunt tekenen van serieschakelingen en parallelschakelingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 


Wat voor schakeling is dit?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 beweringen zijn waar als je 3 lampjes in serie met elkaar schakelt?
A
Stroomsterkte is overal gelijk
B
Stroomsterkte door het eerste lampje is groter
C
Stroomsterkte is alle stroomsterktes opgeteld
D
stroomsterkte kan maar 1 route volgen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

0,006 A = … mA
A
6
B
6000
C
60
D
0,0000006

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Terugblik 


Wat voor schakeling is dit?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

861 mA = … A
A
861000
B
0,861
C
8,61
D
8610

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen 1.3 Stroomsterkte
  1. Je kunt stroomsterkte meten met een stroommeter.
  2. Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
  3. Je kunt spanning meten met een spanningsmeter.
  4. Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Instructie 
Stroom kun je meten. Dat doe je met een stroommeter

Ook spanning kun je meten. Dat doe je met een spanningsmeter.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Stroommeter
Een stroommeter moet je altijd in serie schakelen. Let op hoe je de draden op de meter moet aansluiten. De plus van de meter (rood) moet je altijd verbinden met de plus van de spanningsbron. In figuur 2 zie je een stroommeter die goed is aangesloten. De stroommeter meet de stroomsterkte door de lamp.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ampèremeter

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stroomsterkte
Grootheid = Stroomsterkte [I]

Eenheid = Ampere [A] 
Hoeveel is 36 mA
I = 0,036 A

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Spanningsbron
Een spanningsbron zorgt dat er een stroom door een stroomkring gaat. 
Niet elke spanningsbron heeft dezelfde spanning. 
Bij een grotere spanning is de stroomsterkte ook groter. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Spanningsmeter
Een spanningsmeter moet je direct aansluiten op een spanningsbron.
Je sluit de plus van de meter (rood) aan op de plus van de spanningsbron.
In figuur 1 zie je de spanningsmeter op de juiste manier aangesloten op een batterij. De spanningsmeter meet nu de spanning van de batterij.
  

fig.1 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Spanningsmeter
De spanningsmeter moet je parallel aansluiten op een apparaat. In figuur hiernaast zie je hoe je de spanning over een lamp meet. Het schakelschema van de aansluiting je in figuur hiernaast.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voltmeter

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Spanning
Grootheid = Spanning (U)

Eenheid  = Volt (V)


Hoeveel is 2 kV?
U = 2000 V

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Spanning samengevat
Spanning is de hoeveelheid energie die aan deeltjes door een spanningsbron wordt meegegeven.

Spanning zorgt ervoor dat bij een gesloten stroomkring 
stroom gaat lopen.

Symbool = U
Eenheid van spanning  = Volt  [V]

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 6
Je mag samenwerken

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 26 - Slide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering



Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting: we weten.....
  1. Hoe je de stroomsterkte kunt meten met een stroommeter.
  2. Op welke plaats je in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
  3. Hoe je de spanning kunt meten met een spanningsmeter.
  4. Op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt stroomsterkte meten met een stroommeter.
Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een stroommeter moet plaatsen.
Je kunt spanning meten met een spanningsmeter.
Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling je een spanningsmeter moet plaatsen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

1. Maak de opdrachten af, 1 t/m 5 af
2. Lees paragraaf 1.4 vermogen

Dank voor jullie aandacht!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions