Les 6 BEP Maximale winst / omzet

Met welke twee vergelijkingen kun je het break-evenpunt berekenen?
A
to=tk
B
tw=tk
C
mo=gtk
D
gtk=q
1 / 50
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Met welke twee vergelijkingen kun je het break-evenpunt berekenen?
A
to=tk
B
tw=tk
C
mo=gtk
D
gtk=q

Slide 1 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van het break even point?
A
TO = TK
B
MO=MK
C
TO - TK
D
P x Q

Slide 2 - Quiz

TO=45Q
TK =42Q+150.000
Hoeveel is de break even afzet
A
50.000
B
3334
C
1.724
D
5.000

Slide 3 - Quiz

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. In 2016 zijn de marginale kosten van ieder extra brood?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000

Slide 4 - Quiz

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. De variabele kosten per brood zijn?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000

Slide 5 - Quiz

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. Bij een productie van 20.000 broden zijn de gemiddelde totale kosten per brood?
A
24.000
B
0,50
C
1,20
D
7

Slide 6 - Quiz

Het BEP punt(en) is
A
B
B
A
C
D
D
O

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillende opbrengsten uitrekenen (TO, MO, GO), winst berekenen (TO-TK), break even punt berekenen (TO=TK), winstmaximalisatie aflezen (MO=MK), Maximale omzet berekenen (MO=0).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maximale winst wordt behaald bij:
A
50 stuks
B
100 stuks
C
200 stuks
D
150 stuks

Slide 11 - Quiz

Maximale winst

Slide 12 - Drag question

Welke oppervlakte(s) geeft/geven de totale winst aan als de organisatie naar maximale winst streeft?
A
ABC
B
AB
C
BC
D
C

Slide 13 - Quiz

De prijs waarbij er
maximale winst is
ligt bij € ......
A
10
B
20
C
40
D
80

Slide 14 - Quiz

De maximale winst is
€ ......
A
40
B
400
C
800
D
1600

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Winstmaximalisatie MO = MK 

Slide 18 - Slide

Maximale omzet
De omzet (TO = p x q) is maximaal als MO = 0.
Uitleg: zolang MO positief is (de extra opbrengst neemt dan toe), zal bij een stijgende afzet de TO toenemen Als MO negatief is, zal TO bij stijgende afzet juist afnemen. De MO is dus maximaal als MO niet positief of negatief is, dus 0.
Let op: de maximale omzet is niet gelijk aan de maximale winst! De winst hangt namelijk ook af van de kosten.

Slide 19 - Slide

Is de omzet van zojuist (€210.000) de maximale omzet?
A
Ja, want omzet is maximaal bij MO=MK
B
Nee, want omzet is maximaal bij MO=0

Slide 20 - Quiz

Deze aanbieder heeft maximale omzet bij
A
6 producten
B
15 producten
C
18 producten
D
30 producten

Slide 21 - Quiz

Hoeveel is de aangeboden hoeveelheid bij maximale winst?
A
10
B
30
C
50
D
100

Slide 22 - Quiz

maximale winst?
A
6
B
6,5
C
4
D
dat kan je niet weten

Slide 23 - Quiz

Hoe hoog is de omzet bij maximale winst?
A
(30.000 x €7) = €210.000
B
(50.000 x €5) = €250.000
C
(100.000 x €4) = €400.000

Slide 24 - Quiz

Hoeveel producten moet het bedrijf verkopen als zij streeft naar maximale winst?
A
5 miljoen
B
10 miljoen
C
15 miljoen
D
20 miljoen

Slide 25 - Quiz


A
BEO = 400
B
BEO = 1 miljoen
C
BEO = 400.000
D
BEO = 1 miljard

Slide 26 - Quiz

De maximale winst
is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250

Slide 27 - Quiz

Maximale winst is bij een hoeveelheid van
A
60
B
40
C
50
D
90

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

De stukadoor q1=break even q2=maximale winst

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

bea = break-even afzet
bep = break-even punt
beo= break-even omzet

Wat is waar?

A
B
C
D
A
A=bea, B=bep vlak stippellijn (D) = beo
B
A=bep, B=beo, vlak stippellijn = bea
C
A=beo, B=bea, vlak stippellijn = bea

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Samenvatting
TO = totale omzet/opbrengts = p x q
GO = gemiddelde opbrengst = TO/q
MO = marginale opbrengst
TW = totale winst = TO - TK
Maximale winst: mo=mk
Maximale omzet: mo=0
Break even punt: TO=TK of P=GTK

Slide 37 - Slide

- kosten per product zijn € 5
- er is € 15 aan constante kosten.
- verkoopprijs is € 10 per stuk
A
MK = 5 + 15/q
B
MK = 15
C
MO = 10
D
MO = 10q

Slide 38 - Quiz

maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK

Slide 39 - Quiz

Maximale winst, behaalt de monopolist door:
A
MO = MK te berekenen
B
GO - GTK uit te rekenen
C
GO = GTK te berekenen
D
MO - MK uit te rekenen

Slide 40 - Quiz

Hoe bereken je de winst van een bedrijf?
A
P x Q
B
MO=MK
C
BEO-BEA
D
TO - TK

Slide 41 - Quiz

vaste kosten € 1.000,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-
A
De break-even afzet € 200,-
B
De break-even afzet is 200
C
De break-even afzet is € 1.400,-
D
De break-even omzet is € 200,-

Slide 42 - Quiz

Voor een ondernemer geldt het volgende :
p=110 TVK=10q TCK=1.000
De productiecapaciteit bedraagt 100 stuks.
Als deze ondernemer streeft naar maximale winst, dan geldt
A
GTK= 10 omzet= €11.000 winst= €10.000
B
GTK =20 omzet = €11.000 winst = €9.000
C
GTK = 20 omzet=€10.000 winst=€10.000
D
GTK=20 omzet=€11.000 winst=€10.000

Slide 43 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillende opbrengsten uitrekenen (TO, MO, GO), winst berekenen (TO-TK), break even punt berekenen (TO=TK), winstmaximalisatie aflezen (MO=MK), Maximale omzet berekenen (MO=0).

Slide 44 - Slide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 45 - Poll

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 46 - Open question

Huiswerk
Digitaal maken module 2 hoofdstuk 2 vraag 16 t/m 26

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video