Vragen bij hst 2

➤Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek.



In de zeventiende eeuw hadden mensen nog geen [...1...] of vrieskist. Het was [...2...] om voedsel te bewaren. Door vlees in te [...3...] bedierf het minder snel. Maar dat zoute vlees smaakte niet [...4...]. Met [...5...] kon het toch smaakvol worden klaargemaakt. 
vers
blikken
kruiden
moeilijk
kopen
makkelijk
koelkast
vies
lekker
zouten
vlees
groente
fruit
kratten
open
brood
1 / 16
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

➤Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek.



In de zeventiende eeuw hadden mensen nog geen [...1...] of vrieskist. Het was [...2...] om voedsel te bewaren. Door vlees in te [...3...] bedierf het minder snel. Maar dat zoute vlees smaakte niet [...4...]. Met [...5...] kon het toch smaakvol worden klaargemaakt. 
vers
blikken
kruiden
moeilijk
kopen
makkelijk
koelkast
vies
lekker
zouten
vlees
groente
fruit
kratten
open
brood

Slide 1 - Drag question

➤Nederland was vóór 1600 al een echt handelsland. Nederlanders handelden in de zestiende eeuw met landen in Noord-, Oost én Zuid-Europa. Waar kwamen de producten vandaan?
Nederland
Noord- en Oost-Europa
Zuid-Europa
kaas
wijn
hout
melk
leer
graan
olijfolie

Slide 2 - Drag question

Bekijk goed de route die specerijen vóór 1498 aflegden van Azië naar Europa. Zet de volgende stappen in de goede volgorde.
Gebruik de bron
Italiaanse handelaren brachten de specerijen naar Venetië, Genua en Florence.
Arabische handelaren brachten de specerijen naar Egypte en Turkije.
In India werden peper en kaneel aan de ladingspecerijen toegevoegd.
Boeren op Java en de Molukken verkochten de specerijen aan Chinese handelaren.
Chinese en daarna Indiaase handelaren brachten de specerijen via Malakka naar India.

Slide 3 - Drag question

➤Is de onderste afbeelding vroeger of later dan de bovenste afbeelding?
Vroeger
Later

Slide 4 - Drag question


➤Waar of niet waar?

Omdat alle kleine compagnieën de goedkoopste wilden zijn, daalden de prijzen van specerijen. Daarvan werd niemand rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz


➤Waar of niet waar?

In de Gouden Eeuw was ongeveer 40% van de Amsterdammers afkomstig uit het buitenland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz


➤Waar of niet waar?

In de Gouden Eeuw nam het aantal inwoners van Amsterdam steeds verder af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


➤Waar of niet waar?

De VOC had veel werknemers nodig. Dat trok buitenlanders aan, die in hun eigen land geen werk konden vinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz


➤Waar of niet waar?

Oorlog en vervolging zorgden ervoor dat grote groepen mensen uit de Republiek wegvluchtten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz


➤Waar of niet waar?

De bestuurders van de Republiek besloten dat alle kleine compagnieën moesten samenwerken in één grote compagnie. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Waarover mogen de Gewestelijke Staten zelf beslissen?
A
buitenlandse politiek
B
belasting in het gewest
C
verdediging van het land
D
besturen van de kolonies

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de taken van een stadhouder?
A
vrede bewaren
B
contact leggen met het buitenland
C
het leger aanvoeren
D
Stadsbestuurders benoemen

Slide 12 - Quiz

Welke zin over de raadspensionaris klopt niet??
A
Hij is de belangrijkste ambtenaar van Holland
B
Hij geeft advies aan de Staten-Generaal
C
Hij moet de vrede met het buitenland bewaren
D
Hij houdt zich vooral bezig met de financiën

Slide 13 - Quiz

STATEN – GENERAAL = Afvaardiging van leden van Gewestelijke Staten.
GEWESTELIJKE STATEN
Vergadering van elk gewest
RAADSPENSIONARIS
Voorzitter Staten-Generaal
STADHOUDER
Aanvoerder leger en vloot

Slide 14 - Slide

Aan het einde van deze les kun je uitleggen..
..hoe sommige vorsten in Europa alle macht verkregen



Belangrijke begrippen: 
- monarchie
- absolutisme

Slide 15 - Slide

Aan het einde van deze les kun je uitleggen..
..hoe sommige vorsten in Europa alle macht verkregen



Belangrijke begrippen: 
- monarchie
- absolutisme

Slide 16 - Slide