KIES 3 THEMA 2: Omgaan met elkaar

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Identiteit
Persoonlijke identiteit = alle eigenschappen waaraan JIJ kan worden herkend                   1. Erfelijke eigenschappen
                                                      2. Opvoeding en leefomgeving
                                                      3. Referentiekader


Dynamisch/veranderlijk

Slide 3 - Slide

Nature/nurture
Is ons gedrag vooral aangeboren of aangeleerd?

Slide 4 - Slide

Referentiekader =  de bril waardoor je naar de wereld kijkt

Slide 5 - Slide

Referentiekader
Wat betekent referentiekader? Het geheel van alles wat je bezit aan waarden, normen, kennis en ervaringen

Ook wel: sociale bril/hoe je dingen ziet: referentiekader zorgt voor selectieve waarneming (bewust en onbewust)

Je referentiekader heeft invloed op je identiteit,

Slide 6 - Slide

Selectieve waarneming
Wat zie je?

Slide 7 - Slide

Relaties
Verbindingen              beïnvloeden  referentiekader
Verwachtingen binnen relaties en assertief zijn
Identiteit en aangeboren eigenschappen: seksuele geaardheid
Assertiviteit: balans tussen ik en de ander, is dit moeilijk?

Slide 8 - Slide

Communicatie 
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander. 
Verbaal versus non-verbaal


Slide 9 - Slide

Gevaren sociale media
- Drempelverlagend, want anoniem
- Cyberpesten
- Catfishing
- Sexting
- Alles blijft bewaard, voor altijd..........
Maar ook: snel en makkelijk kennis delen en groot bereik, je wereld wordt groter > verschil feit en mening

Slide 10 - Slide

Je rol, groepsgedrag en groepsdruk
* Je rol in de groep bepaalt voor een groot deel je gedrag 
* Groepsgedrag: Het gedrag wat mensen in een groep vertonen
* Groepsdruk: Je wordt ergens tot gedwongen omdat de groep het doet > kan leiden tot rolconflict

Kun je voorbeelden van rolconflicten
noemen?




Slide 11 - Slide


Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels
wanneer je niet aan deze normen houdt niet strafbaar maar asociaal

Slide 12 - Slide

Agressie
* Verbale agressie: uitschelden, schreeuwen of zeer fel in discussie gaan, discriminerende opmerkingen 
* Fysieke agressie: schoppen, duwen, slaan, spugen, vernielen of beroven. 
* Psychische agressie: bedreiging, chantage, vernedering, negeren, beschuldigen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link