Engels thema 8 hoofdstuk 1

Thema 8 Geld
Oefenen met woordjes opdracht 3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 8 Geld
Oefenen met woordjes opdracht 3

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het eind van deze les:
- Weet je het onderwerp van het nieuwe thema
- Heb je geoefend met de betekenis van 25 nieuwe woorden
- Heb je geoefend met het schrijven van 25 nieuwe woorden

Slide 2 - Slide

Werkboek
Bekijken het nieuwe thema: Geld

Maak opdracht 1, 2 en 3. 

Slide 3 - Slide

Oefenen

Op de volgende dia's gaan we oefenen met de betekenis van de woorden van opdracht 3.

(je mag nog spieken in je werkboek)

Slide 4 - Slide

Wat betekent:
hours

Slide 5 - Open question

Wat betekent:
lottery tickets

Slide 6 - Open question

Wat betekent:
minus

Slide 7 - Open question

Wat betekent:
cashpoint

Slide 8 - Open question

Wat betekent:
buy

Slide 9 - Open question

Wat betekent:
expensive

Slide 10 - Open question

Wat betekent:
every week

Slide 11 - Open question

Wat betekent:
borrow

Slide 12 - Open question

Wat betekent:
wait a minute

Slide 13 - Open question

Wat betekent:
coins

Slide 14 - Open question

Wat betekent:
in cash

Slide 15 - Open question

En nu...
... Oefenen met het schrijven van de Engelse woorden

(je mag nog spieken in je werkboek)

Slide 16 - Slide

Schrijf in het Engels:
betekent

Slide 17 - Open question

Schrijf in het Engels:
portemonnee

Slide 18 - Open question

Schrijf in het Engels:
per uur

Slide 19 - Open question

Schrijf in het Engels:
veel loten

Slide 20 - Open question

Schrijf in het Engels:
bij me

Slide 21 - Open question

Schrijf in het Engels:
fooien

Slide 22 - Open question

Schrijf in het Engels:
goedkoop

Slide 23 - Open question

Schrijf in het Engels:
gratis

Slide 24 - Open question

Schrijf in het Engels:
vergeet het

Slide 25 - Open question

Schrijf in het Engels:
het is 10 euro

Slide 26 - Open question

Schrijf in het Engels:
supermarkt

Slide 27 - Open question

Schrijf in het Engels:
pinautomaat

Slide 28 - Open question