Grammar 5: making negations (iontkenningen maken)

Grammar 5 
Negations
Ontkenningen maken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grammar 5 
Negations
Ontkenningen maken

Slide 1 - Slide

Doel van deze les

Ik weet wat een ontkenning is.
Ik kan een ontkenning op twee manieren toepassen in een Engelse zin.

Slide 2 - Slide

Wat is een ontkenning?
Een zin waarmee je zegt dat iets niet zo is.

I am thirteen years old. 
I am not thirteen years old. 

Not = niet
Not komt na het werkwoord in een Engelse zin.

Slide 3 - Slide

Welke zin is een ontkenning?
A
Is she a fan of TV?
B
She is not a fan of TV.
C
She is a fan of TV.

Slide 4 - Quiz

Ontkenning
Een ontkenning is het omgekeerde van een bevestigende zin. 
Je zegt dat iets niet zo is of niet gebeurt is. 

I am 13 years old. > bevestigende zin
I am not 13 years old. > ontkennende zin
Je kunt op twee manieren een ontkenning vormen.

Slide 5 - Slide

Het werkwoord 'to be'
Je kunt een ontkennende zin maken met het werkwoord 'to be'. 
Hiervoor voeg je het woord 'not' toe aan de vorm van 'to be'.

am - am not
are - are not 
is - is not

Slide 6 - Slide

Ontkenning met 'to be'.
I am not - very strong - Ik ben niet
You are not - very strong - Jij/U bent niet
She is not - very strong - Zij is niet
He is not - very strong - Hij is niet
It is not - very strong - Het is niet


Slide 7 - Slide

Ontkenningen met 'to be'. 
We are not - very strong - Wij zijn niet
They are not - very strong - Zij zijn niet
You are not - very strong - Jullie zijn niet


Slide 8 - Slide

Samenvoegen
Je kunt am not/ is not / are not ook samenvoegen in het Engels.

- I am not > I'm not
- You are not > You're not / You aren't
- He is not > He's not / He isn't

Slide 9 - Slide

Not toevoegen aan andere wwen

De eerste manier om een ontkenning te vormen is om 'not'
  toe te voegen aan het werkwoord zoals bij 'to be' (am/are/is).

Dit kan ook bij het 1e ww van twee wwen in een Engelse zin.
I have got a dog > I haven't got a dog.

Slide 10 - Slide

Vorm een ontkenning:
My mother and I ____ (not )fans of movies.

Slide 11 - Open question

Ontkenningen maken met 'to do'.
Als je deze werkwoorden in de zin ziet staan, kun je +not toevoegen om een ontkenning te maken:
- 'to be' (vorm = am/are/is)
- 'to have got' (of has got).
- een hulpwerkwoord zoals can, could, should, may, must of een ander werkwoord (1e van de 2 wwen in een zin).

Slide 12 - Slide

Voorbeelden
I am 13 years old. > Vorm van 'to be' in de zin > am.
I am not 13 years old. > not toevoegen aan am.

She has got two sisters. 
She hasn't got two sisters. > not toevoegen aan has.

We can help you.
We can't help you. > not toevoegen aan can.

Slide 13 - Slide

Ontkenningen maken met 'to do'.
Zie je het werkwoord 'to be', 'to have got' en 'can' niet, dan moet je op een andere manier een Engelse ontkenning maken.

Dat doe je door 'don't' of 'doesn't' te gebruiken.

don't of doesn't komt tussen het persoonlijk voornaamwoord en het werkwoord. 

Slide 14 - Slide

Don't
I work every day.
I don't work every day.

Zie je het persoonlijk voornaamwoord I / You/ We/ They in de zin?
Dan zet je 'don't' achter het persoonlijk voornaamwoord.
De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 15 - Slide

Doesn't
She likes school.
She doesn't like school.

Zie je het persoonlijk voornaamwoord he / she / it  in de zin?
Dan zet je doesn't achter het persoonlijk vnw.
Daarna komt het werkwoord zonder -s. 
Zie het voorbeeld hierboven.


Slide 16 - Slide

Voorbeelden
Dus na 'doesn't' haal je de -s van het tweede werkwoord af in de ontkenning.

She works every day.
She doesn't work every day.

Na het werkwoord 'don't' verandert er niets aan het werkwoord!

Slide 17 - Slide

have / has
Zie je alleen de werkwoorden 'have' en 'has'?
Dan gebruik je ook don't en doesn't in de ontkenning.

I have curly hair.  > I don't have curly hair.
She has freckles. > She doesn't have freckles.
Gebruik je doesn't, dan verandert has naar have.

Slide 18 - Slide

Vorm een ontkenning:
I like school.

Slide 19 - Open question

Vorm een ontkenning:
She has got a sister.

Slide 20 - Open question

Vorm een ontkenning:
We can help you.

Slide 21 - Open question

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open question

Heb je nog vragen over dit grammatica onderwerp? Vul jouw vraag in.

Slide 23 - Open question