V5- 3.1 en 3.2: gevaren van Zuid-Amerika

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vorige les

Welke natuurlijke gevaren zijn er in Zuid-Amerika?

Hoe onstaat een tsunami?

Welke gevolgen heeft El Niño voor ZA?

Omschrijft hoe een tsunami ontstaat

Welke gevolgen heeft El Niño voor Zuid Amerika? Noem er 2

Beslis voor elk onderdeel of het tijdens El Niño of tijdens La Niña in Zuid-Amerika gebeurt

El Niño

La Niña/ Normaal

Overstromingen

Extra droogte

Sterk hogedruk gebied

Sterke Oostenwind

Warme kustwateren

Koud opwellend kustwater

Veel neerslag

Sterke passaatwinden

Vulkaan in Colombia: Nevado del Ruiz

Vergelijk de uitbarsting van de Nevado del Ruiz in beide grafieken

Vraag: waarom scoort die op de VEI niet hoog, maar op het aantal slachtoffers wel?

Waarom scoort de uitbarsting van de Nevado del Ruiz op de VEI niet hoog, maar op het aantal slachtoffers wel?

Vraag: waarom maakte de zwaarste aardbeving ooit in Valdivia veel minder slachtoffers dan de lichtere bevingen in Chili?

Waarom maakte de zwaarste aardbeving ooit in Valdivia veel minder slachtoffers dan de lichtere bevingen in Chili?

Waarom heeft de aardbeving in Valdivia niet geleid tot een tsunami?

1. De aardbeving was niet sterk genoeg
2. De aardbeving vond te diep in de trog plaats
3. De aardbeving vond plaats op het vasteland
4. De tsunami was er wel, maar is niet vastgelegd.

3.2: Hazard Management

=beleid om schade bij natuurrampen te beperken of te voorkomen

--> Schade  --> Risico's  --> Maatregelen

Economische schade van natuurrampen wordt veroorzaakt door:

- armoede

- slecht bestuur

- klimaatverandering

Grote aantallen mensenlevens verloren tijdens rampen vanwege:

- Verkeerde locatie voor gebouwen en infrastructuur

- geen naleving bouwvoorschriften

- verkeerde omgang natuur (bijv. ontbossing)

- gebrek aan rampenplan

Risico op een natuurramp

1. Aard natuurramp (soort + intensiteit)
2. Aantal mensen en gebouwen dat betrokken is + schade aan infrastructuur
3. Kwetsbaarheid samenleving:

• Fysieke factoren (constructie gebouwen)
• Sociale factoren (achtergestelde groepen in de bevolking)
• Economische factoren (verzekering, afhankelijkheid van inkomensbron)
• Milieufactoren (uitputting van hulpbronnen)

Aard van de ramp

Blootstelling

Kwetsbaarheid

Grood gebied betrokken

Slecht landgebruik

Veel infrastructuur

Geen vluchtroutes

Hoog in de schaal van Richter

Slecht gebouwde huizen

Levensgevaarlijke modder

Dichtbevolkt gebied

Armoede

200 mm neerslag in een etmaal

Geen planning