Herhaling H1

Herhaling H1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H1

Slide 1 - Slide

Planning
Bespreken van 1.17 en bouwsteen 1.2
Herhalen van stof H1
Vragen

Slide 2 - Slide

Zakgeld= geld dat je krijgt ZONDER tegenprestatie en dat je vrij mag besteden.
Omrekenen

Slide 3 - Slide

Chartaal en giraal geld
  • 2 soorten geld:
  1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
  2. Giraal = geld dat op je account/bankrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

Slide 4 - Slide

Zwart geld
Geld dat verdiend is met zwart werk --> Zwart geld
Deze tegenprestatie/verdiensten zijn niet opgegeven bij de belastingdienst.
Er is dus geen belasting over betaald.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 1.1
  • Je kan de volgend begrippen uitleggen: Zakgeld, giraal geld en chartaal geld. (UV)
  • Je kan het verschil uitleggen tussen zakgeld en een maandloon. (UV)
  • Je kan het begrip zwart werk uitleggen en voorbeelden bij noemen ( UV en BV)
  • Je kan bedragen omrekenen naar een dag, weken, maanden, kwartaal of een jaar (RV)

Slide 6 - Slide

NIBUD
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

  1. Onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen     
  2. Advies geven over omgaan met geld 
  3. Advies over het maken van een overzicht van inkomsten en uitgaven ( een begroting)


Slide 7 - Slide

Secundaire behoefte

Primaire (basis) behoeften

Slide 8 - Drag question

Diensten
Goederen

Slide 9 - Drag question

Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode.
Een begroting maak je dus altijd van te voren. Denk ook aan de Rijksbegroting.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De budgetlijn
Budgetlijn
Een budgetlijn kan helpen bij het maken van een keuze tussen twee producten bij een gegeven inkomen. 

Slide 12 - Slide

Hoe ziet een budgetlijn eruit?

Slide 13 - Slide

Soorten uitgaven
- Huishoudelijke uitgaven --> Dagelijkse/wekelijkse uitgaven
- Vaste lasten --> Uitgaven die elke periode terugkomen of die je periodiek betaald. 
- Reserveringen--> Uitgaven die je doet voor de toekomst bijvoorbeeld, oftewel sparen.

Slide 14 - Slide

Als op een begroting de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten, wat kun je doen dan?
- Bewuste keuzes maken
- Geld lenen
- Uitgaven uitstellen

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan een begroting opstellen aan de hand van gegeven gegevens.
- Ik kan de uitgaven van een huishouden indelen in 3 soorten uitgaven.
- Je kan 3 mogelijke oplossingen benoemen voor een begrotingstekort.
- Je kan uitleggen waarom een begroting soms afwijkt van de werkelijkheid.

Slide 16 - Slide

Rijksbegroting 
  • Inkomsten/uitgaven van de overheid.
  • Prinsjesdag
  • Miljoenennota
  • Minister van financiën.
  • 2e kamer vergadert erover.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Inkomsten
  • Directe belastingen --> Loon- en inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
  • Indirecte belastingen -->  BTW en accijnzen 

 

Slide 19 - Slide

Uitgaven
  • Sociale zekerheid (AOW, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid)
  • Zorg
  • Onderwijs, cultuur en wetenschap
  • Justitie en veiligheid
  • Defensie en infrastructuur


Slide 20 - Slide

Begrotingstekort

Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht

Voorkomen door:
  • Bezuinigen op uitgaven
  • Inkomsten verhogen
  • Eventueel geld lenen
Begrotingsoverschot

Als de overheid meer inkomsten dan uitgaven verwacht

Slide 21 - Slide