210615 Spelling en Woordenschat H6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands!

Planning:

1. Uitleg H6 Woordenschat
   
2. Uitleg H6 Spelling
3. Uitleg toets toetsweek
4. Aan de slag!
5. Pauze
6. Verder werken aan toets

Leerdoel:

Leerdoel van deze les: 

• Ik kan vaste combinaties van woorden herkennen, begrijpen en gebruiken.

H6 Woordenschat

Collocatie = combinaties van woorden die zeer vaak voorkomen.

Collocaties komen altijd voor bij uitdrukkingen, hieronder staan vier vormen met voorbeelden van collocaties in uitdrukkingen:

- Zonder werkwoord; een klinkende overwinning, 

- Met een vast werkwoord; de kroon spannen, de plank misslaan

- Een woordpaar zonder werkwoord; met hart en ziel, op stel en sprong

- Een woordpaar + een vast werkwoord; in zak en as zitten, van toeten nog blazen weten.

Buiten de uitdrukkingen komen collocaties vaak voor met een zelfstandig naamwoord + een vast werkwoord: een beslissing nemen.

Hoofdstuk 6 spelling

Lees en maak je zelfstandig.

Dit doe je thuis en is huiswerk.

Het gaat om het lezen van de tekst en het maken van twee opdrachten.

De toets:

Spelling H1 t/m 5	Theorie, woorddictee, werkwoordspelling
Spelling H6	Opdracht 1, 2 en 3, woorddictee, werkwoordspelling
Woordenschat H1 t/m 6	Theorie en woordenlijsten

Aan de slag!

Maak opdracht 1, 2 en 3 van H6 Woordenschat (blz. 184)

We bespreken opdracht 1 over 15 minuten. De eerste 5 minuten werk je in stilte.

Pauze

Aan de slag!

1. Maak opdracht 1, 2 en 3 van Woordenschat af.

2. Klaar? Ga dan verder met je toets.

3. Klaar? Dan krijg je een werkblad om extra te oefenen voor de toets.

Huiswerk: toets, als deze nog niet af is. Opdrachten van H6 Spelling (staat in Magister).

De toets:

Over elk hoofdstuk (1 t/m 5) van spelling en woordenschat maak je drie vragen.

1 theorievraag (over het groene blokje).

2 toepassingsvragen.

30 vragen in totaal.