bvj B3 bevruchting + B4 vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

bvj 6.3 plant bevruchting

vandaag

• startopdracht bestuiving
• uitleg bevruchting
• = je leert  er gebeurt bij de bevruchting
  
• = je leert wat er gebeurt na de bevruchting
• opgaven maken
  

• In je schrift

• individueel, niet overleggen!

Schrijf zo uitgebreid mogelijk op wat wordt bedoeld met bestuiving.

Schrijf zo uitgebreid mogelijk op wat nectar is.

Bespreek elkaars antwoorden en overleg met je groepje wat de beste antwoorden zijn.  (je mag combineren)

Schrijf op het blaadje wat jullie als groepje nu de beste 2 antwoorden vinden. Lever in!!

Bestuiving?

Nectar?

Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel

van de meeldraden (helmknoppen) (het mannelijke deel)  naar de stamper (de stempel) (het vrouwelijke deel) van dezelfde plant of een andere plant van dezelfde soort.

Nectar is voeding voor insecten in een bloem, gemaakt om insecten te lokken.

1 vruchtbeginsel

8 zaadbeginsels

8 eicellen

stuifmeel buis

Bevruchting

Mannelijke en vrouwelijke kernen versmelten.

stuifmeelkorrel

mannelijke voortplanting

cel

bevruchting

• Na bestuiving groeit er een stuifmeelbuis door de stijl.

• De stuifmeelkorrel zakt door de stijl naar het vruchtbeginsel met daarin het zaadbeginsel.

•  Daar versmelten de kernen van de stuifmeelkorrel en de eicel. (= bevruchting)

Na de bevruchting...

• wordt de bevruchte eicel een kiem (embryo)

• groet het zaadbeginsel tot een zaad (reserve stof)

Zaadbeginsel is uitgegroeid tot zaadjes/pitten

Vruchtbeginsel is uitgegroeid tot de vrucht

aan het werk met.....

maken en nakijken opgave 1 tm 9

4 en 6 in je werkboek!

niet af in de les: huiswerk!

vandaag 6.4 vruchten en zaden

vorige les?

filmpje bevruchting

vruchten en zaden uitleg

quiz over 6.1 tm 6.4

maandag huiswerkcontrole

opgaven maken

maandag14 april

toets 

6.1 tm 6.6

Na de bevruchting...

• wordt de bevruchte eicel een kiem (embryo)

• groet het zaadbeginsel tot een zaad (reserve stof)
• groeit het vruchtbeginsel uit tot vrucht

Peulvruchten

De zaden zitten in een peul

Bonen, pinda's

vruchten met vruchtvlees

quiz

Stempel

Stijl

Kroonblad

Meeldraad

Kelk
blad

vruchtbeginsel

Bij welk nummer vindt de bevruchting plaats?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Bij welk nummer vindt de bestuiving plaats?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Carlijn zegt: Een meeldraad bestaat uit een helmdraad met een helmknop.
Merel zegt: Stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen van een bloem.
Wie heeft er gelijk?

1. Merel heeft gelijk
2. Beide hebben gelijk
3. Beide ongelijk
4. Carlijn heeft gelijk

Waar in een bloem worden eicellen gevormd?

1. in de helmknoppen
2. in de stempels
3. in de helmdraden
4. in de zaadbeginsels

De bloem in het voorbeeld heeft ... zichtbare meeldraad/meeldraden

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

In de afbeelding is een bloem getekend.

Wat is de functie van deel P?

1. Het vormen van eicellen.
2. Het vormen van stuifmeelkorrels.
3. Het aanlokken van insecten.
4. Het beschermen van de bloem in de knop.

Om welke vorm van bestuiving gaat het bij pijl 5?

1. zelfbestuiving
2. kruisbestuiving
3. geen bestuiving
4. kruisbevruchting

Wat geldt voor windbloemen?

1. 1. kleverig stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren nectar
2. 1. veel, heel fijn stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren geen nectar
3. 1. veel, heel fijn stuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren nectar
4. 1. kleverigstuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren geen nectar

Zullen deze stuifmeelkorrels door insecten of door de wind overgebracht worden?

1. door insecten
2. de wind
3. kun je niet zien

Hiernaast zie je een oude schoolplaat van de koekoeksbloem.Is dit een insectenbloem of windbloem?

1. insectenbloem
2. windbloem
3. kun je niet zien

Uit welk deel van de bloem is onderdeel X ontwikkeld?

1. Uit het zaadbeginsel
2. Uit het vruchtbeginsel
3. Uit de bloembodem
4. Uit de stempel

In een vrucht zitten 4 zaden. Hoeveel stuifmeelbuizen zijn hiervoor gegroeid? En hoeveel eicellen waren hier voor nodig?

1. 4 stuifmeelbuizen; 4 eicellen
2. 1 stuifmeelbuis; 4 eicellen
3. 1 stuifmeelbuis; 1 eicel
4. 4 stuifmeelbuizen; 1 eicel

In welke volgorde wordt een plant bevrucht?

1. Bestuiving, ontstaan stuifmeelbuis, bevruchting
2. Ontstaan stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
3. Bevruchting, bestuiving, ontstaan stuifmeelbuis
4. Bevruchting, ontstaan stuifmeelbuis, bestuiving

Wat is bestuiving?

1. Als stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen
2. Als eicellen op de stempel terecht komen
3. Als stuifmeelkorrels op de meeldraad terecht komen
4. Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Wat is bevruchting bij planten?

1. als een plant een vrucht heeft
2. als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
3. als een boom appels heeft
4. Als een plant stuifmeelkorrels heeft

1. Bij bestuiving komen de stuifmeelkorrels terecht op de 

2. Het buisje dat uit een stuifmeelkorrel groeit, heet 

3. Het deel van de stuifmeelkorrel in een stuifmeelbuis is de 

4. Een stuifmeelbuis groeit door de 

5. Een stuifmeelbuis groeit naar een 

eicel

kern

stempel

stijl

stuifmeelbuis

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een kers.

Hoeveel vruchtbeginsels waren er nodig voor deze kers? En hoeveel zaadbeginsels waren er nodig?

1. Eén vruchtbeginsel en één zaadbeginsel.
2. Eén vruchtbeginsel en meerdere zaadbeginsels.
3. Meerdere vruchtbeginsels en één zaadbeginsel.
4. Meerdere vruchtbeginsels en meerdere zaadbeginsels.

De tekening in de afbeelding stelt een orgaan van een bloem voor.

In welk deel vindt bevruchting plaats?

1. In deel 1.
2. In deel 2.
3. In deel 3.
4. In deel 4.

In een meloen zitten 87 zaden.

Hoeveel vruchtbeginsels waren er in de bloem aanwezig? En hoeveel eicellen?

1. 1 vruchtbeginsel 1 eicel
2. 87 vruchtbeginsels 1 eicel
3. 87 vruchtbeginsels 87 eicellen
4. 1 vruchtbeginsel 87 eicellen

aan het werk met....

maken 1 tm 8

3 = samenvatten in je werkboek

Volgende week: huiswerkcontrole

(1C2: 2 ook in je werkboek)

7.

Overblijfsel kelkbladeren

Overblijfsel vruchtbeginsel

Overblijfsel zaadbeginsel

Overblijfsel stijl

Zwarte populieren hebben óf alleen mannelijke óf alleen vrouwelijke bloemen. In de afbeelding zie je deze twee typen bloemen.

In welk type bloem ontstaan de zaden? P of Q? Noteer de letter en leg je antwoord uit.

Welk deel van de plant eet je?

Sleep het onderdeel naar de juiste voedingsmiddel.

I2

stengel

stengel

blad

blad

vrucht

vrucht

wortel

wortel

bloem

bloem

zaad

zaad

 Hoe worden de zaadjes in de afbeeldingen verspreid? Sleep ze naar het juiste vakje. 

T7

Door dieren

Door Wind

Door poep

Door de plant zelf

Een plant heeft _____ bloem. In deze bloem zitten 2 stampers. Deze bloem heeft daarom ___ vruchtbeginsels. In ieder vruchtbeginsel zitten 5 zaadbeginsels. De hele plant kan maximaal        ___ zaden maken. Er komen door bestuiving 7 stuifmeelkorrels op de plant. Er komen ___ zaden

R12

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Drie gebeurtenissen in het leven van een bloem kunnen zijn:

1: De punt van de stuifmeelbuis barst open.
2: Er vindt bestuiving plaats.
3: Er groeit een stuifmeelbuis uit een stuifmeelkorrel.


Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen?

1. 1 – 2 – 3.
2. 2 – 1 – 3.
3. 2 – 3 – 1.
4. 3 – 1 – 2.

In welke delen van bloemen komen zaadbeginsels voor?

1. Alleen in de helmdraden.
2. Alleen in de helmhokjes.
3. Alleen in de vruchtbeginsels.
4. Alleen in de meeldraden en in de stampers.