Les 2, 11.2

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Voortplantingstoets bespreken
  • Uitleg 11.2
  • Aan de slag met opdrachten
  •  Oude examens oefenen 11.2
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

11.2 Chromosomen doorgeven

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven hoe chromosomen doorgegeven worden.
  • Je kunt uitleggen wanneer uit een bevruchte eicel een jongen of een meisje ontstaat.
  • Je kunt uitleggen waardoor geslachtscellen van een mens 23 chromosomen bevatten.
  • Je kunt uitleggen waardoor je lichaamscellen dezelfde chromosomen bevatten.

Slide 4 - Slide

Chromosomen doorgeven
In de eierstokken
In de teelballen

Slide 5 - Slide

Genen en geslachtschromosomen
Gewonde lichaamscel = 46 chromosomen
Waarvan 2 geslachtschromosomen (XX of Xy)
Per eigenschap 2 genen (één van vader en één van moeder)

Geslachtscel = 23 chromosomen> Zaadcel of eicel
Waarvan 1 geslachtschromoom
Per eigenschap 1 gen (die kun je doorgeven aan je kind)

Slide 6 - Slide

Uitleg chromosomen doorgeven
Naast de 22 normale chromosomen worden ook de geslachtschromosomen doorgegeven door elk van de ouders
Het geslachtschromosoom in de eicel is altijd een X. Moeder geeft namelijk altijd een X chromosoom door

Vader kan met zijn zaadcellen
een X chromosoom doorgeven,
maar hij kan ook een Y chromosoom 
doorgeven

Slide 7 - Slide

Mitose en Meiose
Mitose is gewone celdeling en Meiose is reductiedeling

Slide 8 - Slide

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 9 - Slide

meiose
meiose
Mitose

Slide 10 - Slide

Meiose
Mitose

Slide 11 - Slide

Zijn er nog vragen:

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt dit ook wel genoemd?
A
Mitose
B
Meiose

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt

Slide 16 - Quiz

De cellen uit het vruchtwater vermeerderen zich voordat ze worden onderzocht.
7 Vermeerderen deze cellen zich door gewone celdeling (mitose)? En door reductiedeling (meiose)?

A
Alleen door gewone celdeling.
B
Alleen door reductiedeling.
C
Zowel door gewone celdeling als door reductiedeling.

Slide 17 - Quiz

Bij welke deling worden chromosoomparen gescheiden?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
Zowel niet in mitose als meiose

Slide 18 - Quiz

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 19 - Quiz

Mitose
Meiose

Slide 20 - Drag question

Cellen kunnen zich op 2 manieren delen: via mitose of meiose. Welke celdeling hoort bij welke cellen?
MITOSE
MEIOSE
HUIDCELLEN
ZAADCELLEN
BLOEDCELLEN
SPIERCELLEN
EICELLEN
BOTCELLEN

Slide 21 - Drag question

Door welke celdeling is de eicel ontstaan?
A) mitose
B) Meiose
C) Gewone celdeling

A
Mitose
B
Meiose
C
Gewone celdeling

Slide 22 - Quiz

Clara is zwanger. Bij Clara wordt een vruchtwaterpunctie uitgevoerd. Hierbij wordt met een naald wat vruchtwater opgezogen. In het vruchtwater bevinden zich losse cellen van het embryo. Door deze cellen te onderzoeken, kan worden bepaald of het embryo genen voor taaislijmziekte heeft.
De cellen uit het vruchtwater vermeerderen zich voordat ze worden onderzocht.
Door welke type deling vermeerderen deze cellen zich?

A
Meiose
B
Mitose

Slide 23 - Quiz

Het organisme hiernaast heeft 4 chromosomen in cellen van zijn maag. Welk proces zie je hiernaast getekend?
A
Meiose
B
Mitose

Slide 24 - Quiz

Een lichaamscel van een hond heeft 78 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel van een hond?

Slide 25 - Open question

Een kameel heeft in de eicel 36 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft zij in een beencel?
A
36
B
46
C
21
D
72

Slide 26 - Quiz

Katten hebben 38 chromosomen.
Hoeveel chromosomen zitten er in een eicel van een kat?

Slide 27 - Open question

Chromosomen bestaan uit DNA en .............

Slide 28 - Open question

Een bepaalde mierensoort heeft in zijn cellen 2 chromosomen. Hoeveel chromosomen zitten er in een eicel van deze mieren?

Slide 29 - Open question

Sleep naar de juiste deling
Mitose 
Meiose
Voor de vorming van geslachtscellen.
Voor de vorming van lichaamscellen.

Slide 30 - Drag question

Chromosomen paar
Chromosoom
Geslachtschromosomen

Slide 31 - Drag question

Hoeveel chromosomen heeft de mens?

Slide 32 - Open question

Mitose
Meiose

Slide 33 - Drag question


Katherina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting.
Marnix zegt: De chromosomen van de man bestaan uit 22 paar gelijke chromosomen en 1 paar ongelijke chromosomen.
Wie heeft gelijk?

A
Beide hebben gelijk
B
Alleen Katherina heeft gelijk
C
Alleen Marnix heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 34 - Quiz

Hieronder staan 5 verschillende fasen van de meiose. Ze staan echter niet in de juiste volgorde. Zet de fasen van de meiose in de juiste volgorde.

Slide 35 - Drag question

Mitose
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 36 - Drag question

in welk deel bevinden zich chromosomen

Slide 37 - Open question

Je gaat nu de examenvragen maken, succes!

Slide 38 - Slide

Vraag 1.Er bestaan tussen soorten organismen grote verschillen in het aantal chromosomen dat in gewone lichaamscellen voorkomt.
Het grootste aantal chromosomen is gevonden bij de varen Ophioglossum reticulatum: 1260.
Mieren van de soort Myrmecia pilosula hebben het kleinste aantal. Vrouwtjes van deze diersoort hebben slechts twee chromosomen per cel.

Hoeveel chromosomen bevat een eicel van de mier Myrmecia pilosula?

Slide 39 - Open question

Vraag 2. Eén van de genen op chromosoom 21 is betrokken bij het omzetten van geluidsprikkels in impulsen.
Hoe vaak komt dit gen voor in een spiercel van iemand met het syndroom van Down?
A
1
B
2
C
3
D
23

Slide 40 - Quiz


Vraag 3. Het extra chromosoom 21 is afkomstig uit een geslachtscel van één van de ouders. Er is dan iets fout gegaan bij de celdeling waarbij deze cel ontstond.

Hoe heet het type celdeling waarbij geslachtscellen van een mens worden gemaakt?

Slide 41 - Open question

Vraag 4. Uit de afbeelding blijkt, dat alleen bij vrouwtjes van de sluipwesp de chromosomen in paren voorkomen in de gewone lichaamscellen.
Hoeveel paren chromosomen bevinden zich in de kern van een gewone lichaamscel van een vrouwelijke sluipwesp?

Slide 42 - Open question

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de leerdoelen .

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide