Herhaling Hoofdstuk 2 Par 1 en 2

H2 Grote natuurlandschappen op aarde 

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2 Grote natuurlandschappen op aarde 

Slide 1 - Slide

Let op de rode pijl: wat is de breedteligging van het Amazonegebied?

Slide 2 - Open question

Kies het juiste woorden.
De evenaar is /keerkringen zijn de grens van de tropen
A
evenaar is
B
keerkringen zijn

Slide 3 - Quiz

Kies het juiste woord.
In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid
A
lage
B
hoge

Slide 4 - Quiz

Kies het juiste woord
Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur
A
stijgt
B
daalt

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste woord.
In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C
A
hoger
B
lager

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste woord.
Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak
A
loodrecht
B
schuin

Slide 7 - Quiz

Bekijk het plaatje hiernaast
Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur duidelijk weergegeven?

Slide 8 - Open question

Wat is GEEN kenmerk van het tropisch regenwoud?
A
Het is er altijd warm.
B
Er zijn etages.
C
'S nachts kan het vriezen.
D
Ontbossing (mensen kappen de bomen).

Slide 9 - Quiz

Wat is het tropisch regenwoud?
A
Groot bos dat nog niet door mensen is aangetast.
B
Bos in warme en vochtige gebieden rond de evenaar.
C
Een bos met naaldbomen.
D
Een akker met natte rijstbouw.

Slide 10 - Quiz

Welke twee uitspraken over het tropisch regenwoud zijn goed?
A
B en C
B
B en E
C
D en E
D
A en C

Slide 11 - Quiz

Zet de onderdelen in de goede volgorde. Begin bovenaan bij A en eindig bij D
De warme lucht bij de evenaar stijgt op
Stijgende lucht koelt af op een bepaalde hoogte (hoe hoger, hoe kouder)
Als de lucht afkoelt, ontstaan er wolken
Uit de wolken valt regen, als ze te 'zwaar' worden door de vele kleine waterdruppeltjes

Slide 12 - Drag question

Wat is de benaming voor etage 1?

Slide 13 - Open question

Leg uit waarom het dichtbij de evenaar veel regent. (gebruik de woorden zonnestand en wolken)

Slide 14 - Open question

Welk landschap is dit?
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Tropisch regenwoud

Slide 15 - Quiz

Bekijk het plaatje hiernaast. Wat is biodiversiteit?

Slide 16 - Open question

De regens in het gebied rondom de evenaar
Producten uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken
Plantengroei
Warme luchtstreek bij de evenaar
De afstand van een plaats tot de evenaar

stijgings-
regens

natuurlijke hulpbronnen
Vegetatie
Tropen
Breedteligging

Slide 17 - Drag question

Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...

Slide 18 - Open question

Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden

Slide 19 - Open question

Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De natuurlijke plantengroei die ergens voorkomt heet de ......................plantengroei

Slide 20 - Open question

Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)

Slide 21 - Open question

Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)

Slide 22 - Open question

Waar op de aarde vind je de droge gebieden?
A
Bij de evenaar
B
Tussen 20 en 40 graden NB
C
Tussen 20 en 40 graden ZB
D
Tussen 20 en 40 graden NB en ZB

Slide 23 - Quiz

Welke twee landschappen heb je in de droge gebieden?
A
woestijn en steppe
B
steppe en savanne
C
woestijn en savanne
D
steppe en tropisch regenwoud

Slide 24 - Quiz

Waar in dit plaatje is de evenaar?
A
rechts
B
links van het midden
C
rechts van het midden
D
links

Slide 25 - Quiz

Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!

Slide 26 - Open question

Topo van de droge gebieden
Great Basin
Sahara
Gobi
Grote Victoria-woestijn
Evenaar
40 graden NB
Kalahari
20 graden ZB

Slide 27 - Drag question

Wat hoort bij elkaar?
De Outback
het noorden van Australië
In de buurt van Sydney

Slide 28 - Drag question

Bekijk het plaatje. Noem twee duidelijke verschillen tussen het klimaat van de Bilt en dat van Oodnadatta (temperatuur en neerslag)

Slide 29 - Open question

Sleep de juiste plaatjes naar de juiste plek.
Woestijn
Regen
woud
Steppe
Savanne

Slide 30 - Drag question

Welk landschap is dit?
A
Tropisch
B
Toendra
C
Steppe
D
Savanne

Slide 31 - Quiz

Welke landschappen kom je achtereenvolgens tegen als je vanaf de evenaar naar het zuiden reist?
A
Tropisch regenwoud- Savanne- Steppe- Woestijn
B
Tropisch regenwoud- Steppe- Savanne -Woestijn
C
Tropisch regenwoud- Steppe- Savanne -Woestijn
D
Tropisch regenwoud-Woestijn-Savanne-Steppe

Slide 32 - Quiz


Hoeveel maanden regenval er in dit gebied? (één woord in letters)

Slide 33 - Open question

In de savanne hebben we verschillende seizoenen.
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quiz

Op de steppe kom je bomen tegen, op de savanne niet.
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quiz

De steppe is het woongebied van wilde dieren, zoals leeuwen, giraffen en olifanten.
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quiz

De mensen die de woestijn wonen en rondtrekken heten:
A
Rugzaktoeristen
B
Nomaden
C
Woestijnmensen
D
Zwervers

Slide 37 - Quiz

Bij de droge gebieden daalt de lucht, bij de evenaar stijgt de lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

1. De steppe ligt dichter bij de evenaar dan de
savanne
2. In de woestijn is het droger dan in de savanne
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = goed en zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout en zin 2 = goed

Slide 39 - Quiz