V4 W23

1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 40 slides, with text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Übersetze (Lektion 2)
de bankrekening 
de bon 
goedkoop
inkopen
verkwisten
zich veroorloven 
het salaris
omruilen
de winkel
de kleding

Slide 2 - Slide

Programm
  • Jojo (10 Min.)
  • Vokabeln K4 L4 (15 Min.)
  • Gesprächsfertigkeit (25 Min.)
Ziele
Ich beherrsche die Vokabeln von Lektion 2

Ich kann Fragen zu bestimmten Themen erstellen.

Ich weiß was mich erwartet.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Die Prüfung
Die Themen:
  1. Zukunft (Beruf, Ausbildung, Träume)
  2. Aussehen (Kleidung)
  3. Urlaub/Ferien (Traumurlaub, Sommerferien)
  4. Tagesablauf (Wochenende, Schultage)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Erstelle zu jedem Thema 3 Fragen:
Die Themen:
  1. Zukunft (Beruf, Ausbildung, Träume)
  2. Aussehen (Kleidung)
  3. Urlaub/Ferien (Traumurlaub, Sommerferien)
  4. Tagesablauf (Wochenende, Schultage)

Slide 9 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 10 - Slide

Idioomtoets
Zuerst die Prüfung und dann lesen






timer
20:00

Slide 11 - Slide

Programm
  • Jojo (10 Min.)
  • Kijk- en luistervaardigheid 24 (20 Min.)
  • Aussprache (10 Min.)
  • Pluck (10 Min.)
Ziele
Ich erkenne die Wörter aus Lektion 6 von Kapitel 3.


Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

0

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

Aussprache Vokale mit Umlaut
Op -a, -o of -u
Qualität (lang)
ärgern (kort)
Bäume (lang oi)
blöd (lang)
löschen (kort)
löschen (kort)


früh (lang)
Glück (kort)


Slide 16 - Slide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
Scherpe s-klank voor in de mond (s, ss, ß)
Haus
Tasse
heißen
wissen
Tenisspieler


Slide 17 - Slide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
sj-klank met getuite lippen (sch, st, sp)
st, sp alleen bij begin van een lettergreep stehen - selbst
Schule
Stunde
Sport
Schlüssel
Schlagzeug

Slide 18 - Slide

Aussprache Vokale mit Umlaut
Op -a, -o of -u
Qualität (lang)
ärgern (kort)
Bäume (lang oi)
blöd (lang)
löschen (kort)


früh (lang)
Glück (kort)


Slide 19 - Slide

Aussprache Vokale ich- en ach-Laut
Ach-Laut: Wanneer het gevolgd wordt door een a, o of u wordt het uitgesproken als ch (zoals in het Nederlandse woord lach).

Ich-Laut: Indien ch gevolgd wordt door een andere letter (i, e, äu, ä) wordt het uitgesproken als een g (zoals in het Nederlandse woord vlieg). 

Slide 20 - Slide

Aussprache

Slide 21 - Slide

Zeit zum Lesen (15 Min.)

Slide 22 - Slide

Programm
  • Jojo (10 Min.)
  • Wortsuchrätsel (15 min.)
  • Lesen: Kapitel 4 Lektion 7 63 -69 (25)
Ziele
B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden.

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

0

Slide 25 - Video

0

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

de overtreffende trap
In het Duits maak je de overtreffende trap door voor het woord (stellende trap) am te zetten en -sten achter het woord:

am kleinsten

Slide 30 - Slide

Let op !:


Woorden die eindigen op -d, -t of -s klank (-s,-ss,-ß, z, sch) krijgen in de overtreffende trap: esten!:

stellende trap: spät
vergrotende trap: später
overtreffende trap: am spätesten

Slide 31 - Slide

uitzonderingen zijn:

goed        gut         besser       am besten
veel           viel        mehr         am meisten
graag       gern      lieber         am liebsten
groot        groß      größer       am größten
hoog         hoch      höher      am höchsten

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

vergelijkingen van gelijke waarden
Vergelijkingen van iets of iemand met iets of iemand dat van gelijke waarde is, benoem je als volgt:
Das Auto von meinem Bruder und das Auto von mir sind gleich (even)groß.
of
Das Auto von meinem Bruder ist genauso (even/net zo)groß wie mein Auto.

Hier wordt het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm gebruikt.

Slide 36 - Slide

groen=
  • grün
  • grüner
  • am grünsten

goedkoop=
  • billig
  • billiger
  • am billigsten
Noteer in het Duits van beide woorden de stellende, vergrotende en overtreffende trap.

Slide 37 - Slide

Zeit zum Lesen (10 Min.)

Slide 38 - Slide

Programm
Aufgaben vor dem Hören (15 Min.)
Aufgaben während des Hörens (15 Min.)
Aufgaben nach dem Hören (10 Min.)
Speeddating (10 Min.)

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video