Les 2

Les 2
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Online platform

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Woordenschat

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

1. (Houden) u van mosselen?

Slide 9 - Open question

2. Mijn collega (vertrekken) vandaag een beetje later.

Slide 10 - Open question


3. De dokter (moeten) me onderzoeken, want ik (zijn) ziek.

Slide 11 - Open question

4. Mijn oom (komen) vanavond niet.

Slide 12 - Open question

5. (Bezoeken) jullie vaak deze stad?

Slide 13 - Open question

6. Ik (reizen) graag met het vliegtuig.

Slide 14 - Open question

7. (Durven) u het niet?

Slide 15 - Open question

8. Ik (leren) Frans.

Slide 16 - Open question

9. Mijn moeder (werken) in Brasschaat.

Slide 17 - Open question

10. Mijn vader (doen) boodschappen in de stad.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Getallenoefening
Je oefent de getallen onder 20

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Getallenoefening

Slide 23 - Slide

Luister. Welke is goed?
A
60
B
16

Slide 24 - Quiz

Luister
A
51
B
15

Slide 25 - Quiz

Luister
A
112
B
121
C
212

Slide 26 - Quiz

Luister
A
268
B
628
C
286

Slide 27 - Quiz

Luister
A
5112
B
512
C
50012

Slide 28 - Quiz

Hoe schrijf je: 21
A
eenentwintig
B
tweeentwintig
C
eentwintig
D
twaalf

Slide 29 - Quiz

Hoe schrijf je
honderdendertien
A
131
B
1013
C
113

Slide 30 - Quiz

Hoe schrijf je
58
A
achtenvijftig
B
vijfentachtig
C
vijfenacht

Slide 31 - Quiz

Hoe schrijf je:
954
A
negenenvijfvier
B
negenhonderd-vierenvijftig
C
negenduizendvierenvijf-tig
D
negenhonderd-vijfenveertig

Slide 32 - Quiz

Hoe schrijf je:
vierhonderdenvijfenzeventig
A
574
B
754
C
547
D
475

Slide 33 - Quiz

Hoe schrijf je:
tweehonderdenvijftig
A
520
B
2050
C
250

Slide 34 - Quiz

Getallendictee 
Schrijf de getallen op die je hoort in de chat. 
Je hoort ze 2x 

Slide 35 - Slide

Dit zijn de getallen: 
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 36 - Slide

Schrijf de getallen in het Nederlands op.
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 37 - Slide

Spellen

Slide 38 - Slide

Woordenschat

Slide 39 - Slide