6. Planteneters, vleeseters en alleseters

Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt de delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken.
2. Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de gebitselementen.
3. Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie is

Slide 2 - Slide

* Zoogdieren kan je verdelen in alleseters, planteneters en vleeseters.
* Het lichaam van deze dieren is op verschillende manieren aan hun voedsel aangepast.
* Er zijn verschillen in het gebit en het darmkanaal

Slide 3 - Slide

Bouw van het gebit

Slide 4 - Slide

Planteneters
* Plantaardig voedsel is moeilijker verteerbaar doordat de celwanden cellulose bevatten.
* Planteneters worden ook wel herbivoren genoemd.
* Ze hebben in verhouding een lang darmkanaal. De buik is daarom in verhouding dik.
* Sommige planteneters kauwen 2x op hun voedsel. Dit noemen we herkauwers

Slide 5 - Slide

*Planteneters hebben Plooikiezen.
* Deze kiezen hebben een harde richels van glazuur. Zo wordt het eten beter fijngemalen.

Slide 6 - Slide

Vleeseters
* Vleeseters worden carnivoren genoemd.
* Zij hebben in verhouding met hun lichaam een kort darmkanaal omdat dieren geen celwand bevatten, alleen een celmembraan.
* Het lichaam is daardoor slank
* Vleeseters hebben knipkiezen. Dit zijn scherpe kiezen die het voedsel in stukken knippen, het snel kan worden doorgeslikt

Slide 7 - Slide

* De bovenkaak is breder dan de onderkaak zodat de kiezen langs elkaar glijden zoals bij een schaar.
* De hoektanden zijn vaak groot, spits en scherp. Ze worden gebruikt om de prooi te doden en stukken vlees los te scheuren.
* Ze kunnen ook worden 
gebruikt als verdediging

Slide 8 - Slide

Alleseters
* Alles eters worden omnivoren genoemd.
* Ze hebben in verhouding met hun lichaam een middellang darmkanaal
* Alleseters hebben knobbelkiezen. Dit zijn kiezen met een knobbelig oppervlak, zodat het voedsel kan worden fijngemalen.
* Alleseters hebben meestal hoektanden

Slide 9 - Slide

* Bij sommige alleseters zijn de hoektanden ook groot, scherp en spits om een prooi te kunnen doden
* Bij andere alleseters zijn de hoektanden vrijwel even groot als de snijtanden.
* Bij de mens zijn de hoektanden iets puntiger dan de snijtanden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verzorging van het gebit
* Tandbederf
* Tandplak
* Tanderosie

Slide 13 - Slide

Wat ga je doen?
Maak opdracht 44, 46, 47, 48, 50


Slide 14 - Slide