natuur - oefentoets

natuur - oefentoets


De aarde is uniek
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

natuur - oefentoets


De aarde is uniek

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Op de foto zie je een stukje aarde van bovenaf.
Wat is waar? Er zijn twee antwoorden goed. Sleep die naar de foto.
De aarde is een bijzondere planeet.
De aarde is een bijzondere ster.
De aarde is bijzonder, omdat er planten, dieren en mensen leven.

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide


Wat zou er gebeuren als we op aarde geen dampkring
hadden?
A
Het zou heel warm worden.
B
Het zou heel koud worden.
C
Het zou heel warm, maar ook heel koud worden.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat gebeurt er als een cactus te korte wortels heeft?
A
Dan eten dieren hem op.
B
Dan krijgt de cactus geen zuurstof/
C
.Dan krijgt de cactus te weinig water.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Waarom kan een poolwilg niet overleven in de
woestijn?
A
De bloemen zijn giftig voor insecten.
B
Hij wordt meteen opgegeten door dieren, omdat hij geen stekels heeft.
C
In de woestijn groeien alleen planten met gele bladeren, zodat ze niet opvallen.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide


Waarom hebben zoogdieren haren?
A
Haren zien er mooi uit.
B
Haren houden een zoogdier warm.
C
Haren kunnen goed tegen olie.
D
Haren zijn heel licht.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide


Waarom is het belangrijk voor een vogel dat de veren licht zijn?
A
Dan kan hij makkelijk vliegen.
B
Dan kan hij sneller lopen
C
Dan ziet hij er mooi uit.
D
Harn zijn heel licht.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Waarom willen dieren niet opvallen?
Er zijn twee antwoorden goed. Sleep die naar de foto.
Omdat ze hun prooi willen besluipen.
Omdat ze verlegen zijn.
Omdat ze niet opgegeten willen worden door vijanden.

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Dit is een rafelvis. Een soort zeepaardje.
Hoe gebruikt de rafelvis camouflage?
A
Hij gebruikt de patronen van zijn schubben.
B
Hij gebruikt zijn felle kleuren.
C
Door mimicry. Hij lijkt op iets anders.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Je hebt onderzoek gedaan naar de familie van een dino.
Wat kon je gebruiken dat je in les 1 t/m 4 hebt geleerd?
Er zijn twee antwoorden goed
Planten passen zich aan hun omgeving aan.
Dieren passen zich aan hun omgeving aan.
Er verandert niets, planten en dieren blijven altijd hetzelfde.

Slide 19 - Drag question

Stel je voor dat de aarde steeds kouder wordt in de
toekomst. Welke aanpassing is dan handig?
A
Mensen eten alleen nog maar war.m vlees
B
Mensen krijgen haar op hun hele lichaam.
C
Mensen leren zwemmen.

Slide 20 - Quiz