H7 vertaalhulp

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Scipiones

Barkas

H7a vertaalhulp

gebruik eventueel de aantekeningen bij de tekst p.103

Tip: maak tijdens het maken van de vragen ook aantekeningen bij de Latijnse tekst

Wat is de aanvulling bij secundum?

1. haec
2. locum
3. haec dicta
4. dicta

Wat is de PV van de hoofdzin? (r.1-3)

1. factionis
2. esse
3. increpandi
4. inquit

laetis omnibus = abl.abs zónder ptc
(laetus = blij, verheugd) - hoe vertaal je deze woordgroep?

r.3 ratus - ppp van reor, reri
- congrueert met..?

1. Magonis (1)
2. Himilco (1)
3. Hannonis (2)
4. Hanno (3)

r.3 ratus - wat hangt er af van deze ppp? Noteer de twee onderdelen

increpandi (r.2)

1. gerundium
2. gerundivum

Determineer:

paenitet 

(r. 3)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Determineer:

veta 

(r. 5)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Determineer:

agi 

(r. 5)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Determineer:

audiamus 

(r. 6)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Nu: vertaal tekst a. (p.103)

klaar? Maak de opdrachten bij de tekst 1 t/m 3

H7b vertaalhulp

gebruik eventueel de aantekeningen bij de tekst p.104

Tip: maak tijdens het maken van de vragen ook aantekeningen bij de Latijnse tekst

Determineer:

tacuissem 

(r. 1)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

r.1 ne
leidt een bijzin in - wat is de PV bij ne?

1. gaudio
2. esset
3. loquerer

r. 2 gaudio
welke naamval?

1. nom
2. dat
3. acc
4. abl

r.2 communi
communis = gemeenschappelijk, met welk woord congrueert communi?

1. quid
2. omnium
3. gaudio
4. minus

r. 2 omnium
welke naamval en getal?

1. nom sg N
2. acc sg M
3. gen pl M
4. acc sg N

r.2-3

ne quid in communi omnium gaudio minus laetum ,

quod  esset vobis,

Maar vertaal: ne quid in communi omnium gaudio, 

[quod minus laetum esset vobis, ]

loquerer;  

r.4 paeniteatne - volgens de aantekening leidt -ne hier een afhankelijke vraagzin in - van welk woord hangt deze vraagzin af? (i.e. na welk woord vertaal je deze vraagzin?)

1. reticeam
2. paeniteat
3. senatori
4. interroganti

r.3-7 nunc - suae
wat is de pv van de hoofdzin?

1. paeniteat
2. reticeam
3. videar
4. est

Determineer:

videar 

(r. 5)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

r.5-7

Lees:

quorum alterum est hominis alienae libertatis obliti,

alterum (est hominis) suae (libertatis obliti) 

waarbij het antecedent van quorum de twee houdingen zijn (superbus en obnoxius) die toeglicht worden met alterum ... alterum

r.6 hominis
welke naamval?

1. nom sg
2. gen sg
3. dat pl
4. abl pl

r.6 alienae congrueert met

1. libertatis
2. obliti
3. hominis
4. alterum

Determineer:

desisse = desiisse 

(r. 7)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Determineer:

videro

(r. 10)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

r.9 aliqua.
komt van aliqui, aliqua, aliquod (een zekere) - welke naamval is het hier?

1. nom sg F
2. abl sg F
3. nom pl N
4. scc pl N

r.8-10

neque desiturum ante invictum vestrum imperatorem incusare,

quam finitum aliqua tolerabili condicione bellum videro;

Maar vertaal: neque desiturum invictum vestrum imperatorem incusare,

antequam finitum (esse) aliqua tolerabili condicione bellum videro;  

Determineer:

finiet

(r. 10)

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

inf

Nu: vertaal tekst b. (p.104)

klaar? Maak de opdrachten bij de tekst 1 t/m 4

H7c vertaalhulp

gebruik eventueel de aantekeningen bij de tekst p.105

Tip: maak tijdens het maken van de vragen ook aantekeningen bij de Latijnse tekst