Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica

Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica

Slide 1 - Slide

Doel
  • Je weet wat je kunt verwachten op de toets.
  • Je kent de argumentatiebegrippen: argument (feitelijk, waarderend), standpunt, tegenargument, argumentatiestructuren en argumentatieschema's en de retorische middelen (ethos, pathos, logos, kairos).
  • Je kunt de herkennen en toepassen.

Slide 2 - Slide

lees de tekst
  1. Wat is het standpunt van dit fragment?
  2. Wat zijn de argumenten?
  3. Zijn de argumenten feitelijk of waarderend?
  4. Welke argumentatieschema's komen voor en leg deze uit?
  5. Teken de argumentatiestructuur.

Slide 3 - Slide

Standpunt
Schermen hebben een enorme impact op de fysieke gezondheid.

Slide 4 - Slide

hoofdargumenten
  • De kans op ernstige bijziendheid is groter.
  • De conditie van kinderen gaat achteruit.
  • De motorische vaardigheden gaan achteruit.
  • Kinderen slapen slechter.
  • Het is ook slecht voor de houding.
  • Het staat contact leggen met leeftijdsgenoten in de weg.
  • Voor een kleine groep kinderen die moeite heeft met contact leggen, zullen sociale media goed zijn.

Let op: er zijn ook subargumenten


Slide 5 - Slide

Argumenten en subargumenten bij het standpunt: Schermen hebben een enorme impact op de fysieke gezondheid.
  1. De kans op ernstige bijziendheid is groter. Bijziendheid is ernstig en kan leiden tot oogschade en zelfs tot blindheid.
  2. De conditie van kinderen gaat achteruit, omdat ze minder bewegen.
  3. De motorische vaardigheden gaan achteruit. Hun grove motoriek is minder. Hun fijne motoriek is ook minder, want ze kunnen minder goed schrijven.
  4. Kinderen slapen slechter, omdat ze de hele tijd worden afgeleid door hun telefoon.
  5. Het is ook slecht voor de houding. Ze krijgen een gameboy-rug. Ze hebben last van hun rug of nek.
  6. Het staat contact leggen met leeftijdsgenoten in de weg. Ze weten nauwelijks hoe je een gesprek moet voeren. Ze hebben hun sociale vaardigheden niet kunnen oefenen.

Eigenlijk allemaal feitelijk, maar 6 neigt naar waarderend.

Ook een tegenargument:
Sociale media zullen best goed zijn voor kinderen die moeite hebben met contact leggen <--> het is een kleine groep

Slide 6 - Slide

argumentatieschema's
1. Argumentatie op basis van oorzaak/gevolg (causaliteit)
bijziendheid, slechte houding, slechter slapen, minder motorische vaardigheden, sociale achterstand.
2. Voorbeelden: gameboy-rug, mobieltjesverbod op scholen, minder goed schrijven
3. Autoriteit: jeugdartsen, wetenschap.

Slide 7 - Slide

structuur

Slide 8 - Slide

retorica: welke vragen kun je jezelf stellen bij de video's/foto's/ teksten
📌 Ethos
Hoe toont de spreker zijn/haar deskundigheid en betrouwbaarheid?
Welke elementen in de video/foto/tekst versterken de geloofwaardigheid van de spreker?
📌 Pathos
Welke emoties worden opgeroepen bij het publiek?
Welke beelden, muziek of taal worden gebruikt om deze emoties te versterken?
📌 Logos
Welke autoriteit, feiten, cijfers of logische argumenten worden gepresenteerd?
Hoe worden deze gebruikt om het publiek te overtuigen?
📌 Kairos
Waarom is dit het juiste moment voor deze boodschap?
Hoe speelt de spreker in op de actuele situatie?

Slide 9 - Slide

lees het eerste gedeelte uit de toespraak van Mark Rutte

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide