6.1 Slavery

Slavery in the 19th century


paragraaf 6.1 en 6.2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slavery in the 19th century


paragraaf 6.1 en 6.2

Slide 1 - Slide

Which arguments did Europeans use to justify slavery?
A
They needed to make money
B
Black people were inferior to white people
C
Slaves were better off being slaves than the poorest non-slaves
D
In the Bible it said that some people were born to serve

Slide 2 - Quiz

VOC
WIC

Asia
America
Slavery
Spices
Triangular trade
Trade monopoly

Slide 3 - Drag question

Why did Europeans move African people to America?
A
They wanted to spread African culture
B
They needed cheap labourers to work on plantations
C
They did not want any more wars in Africa
D
They wanted to spread christianity as much as they could

Slide 4 - Quiz

What was the 'slogan' of the French Revolution?
A
Freedom, love and fraternity
B
Freedom, equality and fraternity
C
Peace, freedom and fraternity
D
Freedom, equality and peace

Slide 5 - Quiz

Where did the enslaved people work?
A
Plantations
B
Mines
C
At the homes of rich, white people
D
All answers are correct

Slide 6 - Quiz

Learning goals of today
  • You can state the conditions that slaves in North America and South America had to live and work in.
  • You can explain the significance of slavery for the Dutch colonies in the Americas.
  • You can explain the significance of slavery for the East Indies.

Slide 7 - Slide

What do you need to do?
You'll be divided into groups of three and you will get assigned a part of the world where slavery was happening
1. North and South America
2. The Caribbean 
3. The East Indies 

You will get the rest of the lesson to work quietly on that topic. After you've read the paragraph, you will make a summary consisting of max 3 sentences. 

Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Daarna bespreek je dit met je gehele groepje. Je gaat elkaar uitleggen wat je hebt geleerd. Hier heb je 5 minuten voor. 

Daarna bespreken we dit klassikaal. 
Klaar? Ga verder met de andere alinea's alvast samenvatten.

Slide 9 - Slide

Noord- en Zuid-Amerika
  • Tot slaaf gemaakten werden slecht behandeld in Amerika. 
    Oorzaak: gestegen vraag naar producten (suiker, koffie, tabak, cacao en katoen)
    Gevolg: sterftecijfer hoger dan geboortecijfe
    Gevolg: mensen blijven vervoeren vanuit Afrika
  • Eind 18e eeuw kwamen slaafgemaakten in aanraking met de idealen van de Franse Revolutie.
  • In  de Franse kolonie Saint-Domingue kwam voor het eerst een revolutie, waarbij ze vrijheid, en gelijkheid eisten.

Slide 10 - Slide

Slavernij in het Caribisch gebied
  • In de Nederlandse koloniën werd ook veel gebruik gemaakt van tot   slaaf gemaakten. Zij werden slecht behandeld.
  • Sommige tot slaaf gemaakten vluchtten: marrons
  • Ook kwamen er opstanden voor om aandacht te vragen voor de slechte omstandigheden.
  • Deze werden hard neerslagen door de Nederlanders

Slide 11 - Slide

Oost-Indië
  • Ook in Azië was er slavernij.
  • In Nederlands-Indië moesten slaafgemaakten zwaar werk doen. 
  • Bijvoorbeeld in de landbouw, de mijnen of in het leger. 

Slide 12 - Slide

Keti Koti
We are going to watch a video about slavery and Keti Koti. 
You have two post its. On one, you are going to write down an argument against celebrating Keti Koti. 
On the other, you'll write down an argument for celebrating Keti Koti. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video