21 maart T1b verwijswoorden en trappen

Welkom
ma 21 maart
  • Pak je spullen
  • Namenrondje
  • Afspraken en regels

                         STRAKS: 
                           de foutste Nederlandse zin 
                           aller tijden!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
ma 21 maart
  • Pak je spullen
  • Namenrondje
  • Afspraken en regels

                         STRAKS: 
                           de foutste Nederlandse zin 
                           aller tijden!

Slide 1 - Slide

Tijd nemen voor contact maken met nieuwe klas.
Wie ben ik en wie zijn zij?
Afspraken en regels
  1.  Mobieltjes zijn in de kast.
  2.  Vraag? Steek je vinger op.
  3.  Als iemand spreekt, is de rest stil.
  4.  Niet lopen tijdens de les.
  5.  WC, eten en drinken: in de pauze.

Slide 2 - Slide

Klas vragen: dit zijn mijn regels, vinden jullie dat er nog een afspraak bij hoort?(deze er evt. bijschrijven)
 Wat gaan we doen?

  • Huiswerk nakijken H 4. (p. 122)
  • Over je Lijsterboek en toets
  • Trappen van vergelijking (H 5, p. 152)
  • Lastige verwijswoorden (H6, p. 182)
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Alleen Tb1
Let op: Lijsterboek wel uit, maar toets pas later in periode 4.
Er zijn wat lessen uitgevallen, daarom nu wat meer stof in de les, i.p.v. lezen.
Huiswerk nakijken
  • Pak je schrift en boek,
    hoofdstuk 4, opdr. 1-2-3 , pag. 123
  • Klassikaal nakijken


Slide 4 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
  • Hoofdstuk 5, pag. 152
  • Stellende, vergrotende en overtreffende trap
  • als/dan?
  • ik/mij?

Slide 5 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
  • Stellend > vergrotend > overtreffend
  • -r > -der
  • -s > -st
  • -st > meest ...
  • Afwijkende vormen

Slide 6 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
Als of dan? Ezelsbruggetje
  • stellende trap > als
    vergrotende trap > dan

Slide 7 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
‘Ik’ of ‘mij’?
  • Hij is even groot als/dan ik 
  • Hij is even groot als ik 
  • Ik ben groter als/dan hij
  • Ik ben groter dan hij

Slide 8 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
Ik of mij? Ezelsbruggetje
  • Maak de zin langer
  • even groot als ik (ben)

Slide 9 - Slide

Alleen Tb1
Trappen van vergelijking
‘Als’ of ‘dan’?
  • Ik ben even snel als hij/hem 
  • Ik ben even snel als hij (is)
  • Jij bent beter dan ik/mij
  • Jij bent beter dan ik (ben)
  • Ik sla jou harder dan hij/hem
  • Ik sla jou harder dan (ik) hem (sla)

Slide 10 - Slide

Alleen Tb1
Oefening: trappen van vergelijking
  • Hoofdstuk 5, pag. 152
  • Maak opdracht 3 in duo's (5 min.)
  • Leg elkaar om de beurt uit waarom jouw antwoord goed is.
  • Daarna klassikaal

Slide 11 - Slide

Alleen Tb1

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lastige verwijswoorden
  • Hoofdstuk 6, pag. 182
  • Hen of hun
  • Dat of wat
  • Waar + voorzetsel of voorzetsel + wie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lastige verwijswoorden
  • Lijdend voorwerp of na voorzetsel:  hen
  • Ik sla hen
  • Ik geef het boek aan hen
  • Meewerkend voorwerp: hun
  • Ik geef hun het boek


Slide 14 - Slide

Wie weet nog een voorbeeld?
Lastige verwijswoorden
  • Dat(gene) wat
  • Dat wat je nog niet weet, kan je leren.
  • Alles, niets > wat
  • Er is niets wat ik liever doe.

Slide 15 - Slide

Wie weet nog een voorbeeld?
Lastige verwijswoorden
  • Overtreffende trap > wat
  • Het leukste wat ik ooit heb meegemaakt.
  • Hele zin > wat
  • Ik kreeg een nieuwe fiets, wat ik erg fijn vond.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lastige verwijswoorden
  • Dingen   waarvan
  • De schoen waarvan ik de veters kwijt ben
  • Mensen  >  van wie
  • Mijn vader, van wie ik heb leren schaken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: lastige verwijswoorden
  • Hoofdstuk 6, pag. 182
  • Maak opdracht 3 in duo’s (10 min.)
  • Leg elkaar om de beurt uit waarom
    jouw antwoord goed is 
  • Klassikaal antwoorden bespreken
timer
10:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

      De foutste Nederlandse zin aller tijden!
Wat klopt hier niet?
  • Hun zijn meer rijk als mij.
  • Zij zijn rijker dan ik.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
  • Geleerd: verwijswoorden en trappen van vergelijking. Welke woorden gebruik je.
  • Volgende week verder met spelling: hoe schrijf je woorden goed?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Huiswerk donderdag:
  • Verwijswoorden: H 6, opdrachten 1 en 2
    (pag. 182-183) maken.
  • Spelling: H 1 pag. 34 en H6 p. 184 groene blok lezen.
  • Lijsterboek uit - toets na de toetsweek

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afspraken en regels: is het gelukt?
  1.  Mobieltjes zijn in de kast.
  2.  Vraag? Steek je vinger op.
  3.  Als iemand spreekt, is de rest stil.
  4.  Niet lopen tijdens de les.
  5.  WC, eten en drinken: in de pauze.

Slide 22 - Slide

Terugkomen op begin van de les, samen bespreken of het goed ging. Bevestigen van de regels.