goederenstroom hoofdstuk 4 les 2

Voorraad
Hoofdstuk 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voorraad
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

4.3 Vendor-Managed Inventory (VMI)
De leverancier doet de voorraadbeheer van de winkel via het kassasysteem (POS)

Slide 2 - Slide

Wat is inventariseren?

Slide 3 - Mind map

Waarom inventariseer je? Noem minstens twee redenen.

Slide 4 - Open question

Voorraad inventariseren

Administratieve voorraad wordt bijgehouden door het scannen bij de kassa. En waar nog meer?

Slide 5 - Slide

Nut van inventariseren
  • Klopt je administratieve voorraad?
  •  Is er derving?
  • Worden (retour)procedures goed uitgevoerd?
  • Klopt de hoeveelheid automatisch bestelde producten?
  • Wettelijke verplicht. Zo kun je je belastingaangifte doen.

Slide 6 - Slide

Drie manieren van inventariseren
1. Integraal -> hele winkel en magazijn tellen
2. Steekproefsgewijs -> een willekeurig deel van de producten tellen
3. Cyclisch -> indelen op productgroep 
(4. Continu -> regelmatige steekproeven)

Slide 7 - Slide

Inventariseren uitbesteden
Het inventariseren door andere bedrijven laten doen die hierin gespecialiseerd zijn.

  • Voordeel: Je hoeft hier zelf geen personeel voor vrij te houden of voor op te leiden. 
  • Nadeel: Duurder

Slide 8 - Slide

Wanneer zou je kiezen voor continu inventariseren?
A
Als er regelmatig fouten worden gemaakt in de voorraadadministratie
B
Als je voorraadadministratie overeenkomt met de werkelijke voorraad
C
Als je in korte tijd de hele winkel wil tellen zonder personeel veel te belasten
D
Als het rustig is en je personeel anders niets te doen heeft

Slide 9 - Quiz

Wanneer kies je voor cyclisch inventariseren?
A
Als er regelmatig fouten worden gemaakt in de voorraadadministratie
B
Als je voorraadadministratie overeenkomt met de werkelijke voorraad
C
Als je in korte tijd de hele winkel wil tellen zonder personeel veel te belasten

Slide 10 - Quiz

Voorraad bijhouden
Bijboeken

Wanneer wordt er bij geboekt?
Voorraad bijhouden
Afboeken

Wanneer wordt er afgeboekt?

Slide 11 - Slide

Resultaten van de inventarisatie
administratieve voorraad - technische voorraad = derving

Slide 12 - Slide

4.6 Aansturen voorraadbeheer
1. Kosten zo laag mogelijk houden
2. Nee verkoop voorkomen

Slide 13 - Slide

Wat kun je aanpassen aan het voorraadbeheer?
1. voorraadniveau bv aanpassen op trends en andere schommelingen in de vraag of levering
2. Medewerkers goed informeren door bijvoorbeeld goede procedures te hebben voor bij en afboeken
3. Inventarisatie (na)bespreken

Slide 14 - Slide

Extra toetsvragen
De volgende dia's zijn extra vragen om te oefenen voor de toets

Slide 15 - Slide

Noem minimaal 3 oorzaken van hoge derving?

Slide 16 - Open question

Toetsvraag: Noem zoveel mogelijk functies van het magazijn

Slide 17 - Open question

Welke maatregelen kun je nemen als blijkt na inventarisatie dat er een groot verschil is tussen werkelijke en administratieve voorraad?

Slide 18 - Open question

Sleep de aantallen bij het juiste vak sleep ze in de juiste volgerde 1 tot 4
In het magazijn staan 1500 pallets. Wat is de technische voorraad?


Een klant wil graag 100 pallets reserveren, maar pas over een maand geleverd krijgen. Wat is nu de economische voorraad?
Het bedrijf bestelt alvast 200 pallets extra bij de leverancier. Wat is nu de economische voorraad?
Twee pallets zijn zoekgeraakt doordat ze bij een verkeerde klant zijn afgeleverd. Ze staan niet meer in de computer. Wat is nu de administratieve voorraad?
1500
1600
1598
1400

Slide 19 - Drag question

Wat voor hulpmiddel is dit?
A
Steekwagen
B
Rolcontainer
C
Platte wagen
D
Dozenschuiver

Slide 20 - Quiz

Dit is een pictogram voor op de verpakking. Wat betekent dit?
A
Niet draaien of op de kop houden
B
Niet eetbaar
C
Recyclen
D
Gerecycled

Slide 21 - Quiz

Schrijf de aandachtpunten op bij de goederenontvangst

Slide 22 - Open question

Jij bent vandaag verantwoordelijk voor de inventarisatie. Geef minimaal 3 dingen die jij gaat voorbereiden.

Slide 23 - Open question