Zenuwstelsel Les 2: Neurotische cellen!

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Neurotische cellen!

§13.2 Cellen in het zenuwstelsel

Vorige les

Heb je geleerd dat...

• het zenuwstelsel anatomisch ingedeeld kan worden
• onderdelen van het CZS specifieke taken hebben
• je (2) hersengebieden hebt voor zintuigen
  

Deze les

Nemen we de tijd voor...

• de cellen die dit allemaal mogelijk maken
  
• welke andere cellen een dienende rol hebben
  
• maken we een start met 'impulsgeleiding'
  

Herhalen

Maak de volgende vragen:

§13.1 vr 3 t/m 11

Zenuwcel

(neuron)

Zenuwcel bestaat uit:

1. 

2.

3.

4.

5.

6.

Zenuwcel

(neuron)

Zenuwcel bestaat uit:

1. Dendriet

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Axon

5. Myelineschede/ Swanncel

6. Synaps

Zenuwcellen

Dienende cellen

Er zijn vijf soorten gliacellen die samen 90% van de cellen in het CZS zijn.

Bekijk blz. 170 "het zenuwstelsel meer dan neuronen" en vat in één woord samen wat zij doen.

Impuls

Impulsen zijn elektrische signalen: ladingsverschil.

Binnenkant cel t.o.v. buitenkant is -70mV (rustpotentiaal).

Ontstaan impuls

Door geladen stoffen binnen te laten (Na+), ontstaat een impuls.

Hierdoor andere poorten open.

Binnenkant cel tov buitenkant is uiteindelijk +20mV (actiepotentiaal).

Herstel

Om normale verschil te herstellen, gaan Na+ dicht en andere poorten open (K+).

Binnenkant cel t.o.v. buitenkant is uiteindelijk weer -70mV.

Herstel

1. Rust (cel -70mV)

2. Depolarisatie
Na+ kanalen open, Na+ cel in

3.  Repolarisatie 

Na+ dicht, K+ open, K+ cel uit.

4. Herstel:
Opname K+, afgeven Na+

(actief transport)

0

Impulsgeleiding

Je weet nu hoe impulsen ontstaan en geleid worden.

• Impuls verplaats zich 2 a 3 m/s

• Door myeline schedes: 120 m/s

Impulsgeleiding

Myelineschedes zorgen voor sprongsgewijze impulsgeleiding.

Alleen op de open stukken

actiepotentiaal.