Noticias cortas + Onderdeel toekomst voorbereiden. (oef. 24 p. 67)

Startopdracht: “Noticias en tres palabras / Nieuws in drie woorden”
Bedenk een nieuwsbericht dat je kunt samenvatten in drie woorden.
Werk alleen of in tweetallen. Schrijf alleen drie kernwoorden die het nieuws samenvatten.
Daarna deelt een paar leerlingen hun drie woorden hardop.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Startopdracht: “Noticias en tres palabras / Nieuws in drie woorden”
Bedenk een nieuwsbericht dat je kunt samenvatten in drie woorden.
Werk alleen of in tweetallen. Schrijf alleen drie kernwoorden die het nieuws samenvatten.
Daarna deelt een paar leerlingen hun drie woorden hardop.

Slide 1 - Slide

Ejemplos de tres palabras (nivel B1):
Tormenta – costa – daños
Fútbol – victoria – final
Tren – retraso – nieve
Concierto – entradas – agotadas
Política – debate – elecciones

Slide 2 - Slide

Las noticias en tres palabras:

Slide 3 - Open question

El programa de hoy
Noticias cortas (p.36)  + onderdeel toekomst voorbereiden
(oef. 24 p. 67)

Slide 4 - Slide

4. Wat heeft de organisatie Oceana ontwikkeld?
A
Een interactieve kaart van de wereldzeeën en zeedieren.
B
Een overzicht van bedreigde diersoorten en vervuilde zeeën.
C
Een interactief forum met ideeën om zeeën te beschermen.

Slide 5 - Quiz

5. Wat is er gebeurd met de dolfijn?
A
Hij is door een fout van de verzorgers overleden.
B
Hij is gered, maar na een week toch nog overleden aan een hartstilstand.
C
Hij is dood gevonden op het strand.

Slide 6 - Quiz

6. Waarom is het goed om water te drinken tijdens examens?
A
Studenten die veel water drinken tijdens de examens, halen betere resultaten.
B
Veel water drinken tijdens de examens heeft geen effect op de resultaten.
C
Studenten die veel water drinken, vallen minder vaak flauw tijdens de examens.

Slide 7 - Quiz

7. Wanneer kun je het best een vliegticket kopen?
A
Acht weken voordat je weggaat, op een dinsdag.
B
Van vrijdag tot en met zondag.
C
Een dag voor vertrek.

Slide 8 - Quiz

8. Welke bewering over toeristen is volgens het fragment niet juist?
A
Fransen zijn het meest gesteld op 'glamour'
B
Zweden, Noren en Finnen krijgen een goede beoordeling van de Spanjaarden.
C
Engelsen zijn heel beleefd en galant.

Slide 9 - Quiz

VOORBEREIDING ONDERDEEL 'MI VIDA DENTRO DE 10 AÑOS' (oef. 24 p. 67)

Slide 10 - Slide

Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit (individueel). Deze opdracht (oefening 24) staat op p. 67 van je tekstboek (deel 4). Je bent 2 minuten aan het woord. Lukt dat niet? Dan stelt de docent vragen om je op weg te helpen. Wil je meer uitdaging voor een hoger cijfer? Dan wordt het een gesprek en dat is geheel vanuit de docent gestuurd. 

Slide 11 - Slide

Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit?

• Je kunt je toekomstplannen beschrijven, zoals studie, werk, wonen en hobby’s.
• Je kunt vertellen over je ambities en wat je belangrijk vindt.
• Je gebruikt de tegenwoordige tijd en de toekomstige tijd (bijvoorbeeld voy a estudiar / estudiaré).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Je mag per onderdeel maximaal 10 steekwoorden (geen zinnen!) noteren. Bij het eerste onderdeel (aangifte doen) zijn steekwoorden niet toegestaan!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

:

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide