16.2: Vervolg aangeboren afweer

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer

Slide 1 - Slide

Leerdoel 16.2
  • Je leert welk type ziekteverwekkers er zijn
  • Je leert hoe je lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers
  • Je leert hoe je lichaam onderscheid maakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd

Slide 2 - Slide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: bacteriën, cirkelvormig chromosoom, plasmiden, prokaryoten, microbioom, eukaryoten, parasiet, DNA-virus, RNA-virus, eiwitkapsel, virusenvelop, reverse transcriptase, aangeboren afweer, lichaamseigen, lichaamsvreemd, antigenen, MHC-I-moleculen, infectie, complementsysteem, cascade, cytokinen, macrofagen, opsonisatie, granulocyt, fagocytose, fagocyt, NK-cel, apoptose
  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
  • je weet welke binas-tabellen bij het onderwerp horen en informatie uit deze tabellen halen en gebruiken


Slide 3 - Slide

Noem een voorbeeld van fysieke afweer bij een plant

Slide 4 - Open question

Noem een voorbeeld van chemische afweer bij de mens en bij een plant

Slide 5 - Open question

Hoe voorkomt pigment huidkanker?
(Let op je formulering!)

Slide 6 - Open question

Pathogenen
soorten ziekteverwekkers:
  • prokaryoten: Bacterie
  • eukaryoten: schimmels, dieren, planten, algen, protisten)
  • Virus
  • Parasieten: kunnen alleen overleven in een gastheer, kunnen virussen, bacteriën en eukaryoten zijn.

Slide 7 - Slide

Bacteriën 
Twee  categorieën: 
  • grampositief en gramnegatief.
  • gebaseerd op hun celwandsamenstelling en reactie op de Gramkleuringstest 
Gram +:
  • paars na kleuring door afwezigheid peptidoglycaan
Gram -: 
  • rood na kleuring door aanwezigheid  peptidoglycaan


Slide 8 - Slide

Bacteriën Binas 79A
Info over: 
  • Nuttig/ niet schadelijk/ schadelijk
  • Aeroob/ anaeroob
  • Heterotroof/ autotroof
  • Bolletjes/ staafjes/ kommavormig/ spiraal/ anders
  • Celwand dun/ dik/ geen
  • Gram positief/ negatief

Slide 9 - Slide

Virussen
  • Eiwitmantel met DNA/RNA
  • Hecht aan receptor gastheercel / specifiek!
  • ss/ ds
  • DNA/RNA in cytoplasma wordt afgelezen en virussen vermenigvuldigen
  • apoptose Cel of cel beschadigd en virussen komen vrij

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Virussen
Verschillen tussen tabel 77C en 77D?

Slide 13 - Slide

Samengevat
BINAS 84J3

Slide 14 - Slide

Tweede verdedigingslinie
A-specifieke afweer/ niet-specifieke afweer

  • Definitie: Afweer waar geen ‘geheugen’ van blijft bestaan.
  • Dit type afweer heb je vanaf je geboorte.
  • Wordt uitgevoerd door eiwitten en cellen

Slide 15 - Slide

A-specifieke afweer
  • Witte bloedcellen
  • Complementsysteem/ complementeiwitten
  • Ontstekingsreactie


Slide 16 - Slide

A-specifieke afweer

Slide 17 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Antigenen
  • eiwitdelen op cellen die specifiek zijn voor een organisme
  • geven aan "ben lichaamseigen" of "ben lichaamsvreemd"
Doel:
  • door je afweersysteem moet onderscheid gemaakt worden tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde dingen in je lichaam.

Slide 18 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Elke cel (bacterie/ lichaamscel) en elk virus is heeft eiwitten aan de buitenkant: antigenen

Ziekteverwekkers

Slide 19 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
  • Elke cel (bacterie/ lichaamscel/virus) heeft eiwitten aan de buitenkant: antigenen
  • De MHCI receptoren presenteren deze
  • Onderdelen van je afweersysteem zijn in staat onderscheid te maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen.
Lichaamscellen

Slide 20 - Slide

BINAS 84L1

Slide 21 - Slide

Witte bloedcellen
  1. granulocyten
  2. macrofagen
  3. Natural Killer cellen


Slide 22 - Slide

1. Granulocyten
Bouw:
  • hebben een veelvormige, niet ronde kern.
  • Bevatten cytokinen en blaasjes met gifstoffen

Functie: Bij ontdekking van een ziekteverwekker:

  • Geven gifstoffen af die schadelijk zijn voor de ziekteverwekker
  • Geven cytokinen af


Slide 23 - Slide

Cytokinen
Zorgen voor de ontstekingsreactie.

Slide 24 - Slide

Cytokinen: signaalstof
1) Hechten aan de bloedvatwand:
  • signaal voor andere witte bloedcellen voor plek van infectie, trekken dus andere witte bloedcellen aan (zoals macrofagen)
2) Spiercellen in de bloedvatwand ontspannen:
  • meer bloed
3) Ruimte tussen de cellen van de bloedvatwand neemt toe:
  • bloedcellen kunnen makkelijker het weefsel in


Slide 25 - Slide

binas 84J3

Slide 26 - Slide

verhoogde vasculaire permeabiliteit
komt vrij uit granulocyten bij een allergische reactie

Slide 27 - Slide

Complementsysteem
Opsonisatie:
  • complementeiwitten vormen laagje om ziekteverwekker heen.
Lysis:
  • complementeiwitten perforeren het celmembraan, bacterie dood
Chemotaxis:
  • macrofagen worden door afvalstoffen bacteriën naar de infectie site getrokken
Cytokinen:
  • markeren de infectieplaats (hechten aan wand
BINAS 84J3

Slide 28 - Slide

Na het beschadigen van weefsel of het binnen dringen van ziekteverwekkers komt een ontstekingsreactie opgang als gevolg van:
A
de toenemende koorts
B
het vrijkomen van interferon uit de geïnfecteerde weefselcellen
C
een toename van de bloedtoevoer naar een geïnfecteerd of beschadigd weefsel
D
het vrijkomen van stoffen als histamine uit beschadigde weefselcellen

Slide 29 - Quiz

Wat is de taak van lysosomen?
A
bloedvatverwijding
B
aantrekken van meer witte bloedcellen
C
afbraak van ziektekiemen
D
lyseren van cellen

Slide 30 - Quiz

2. Macrofagen
  • "grote eter"
  • macrofagen omvatten deeltjes en cellen die niet in het lichaam thuis horen. Met lysosomen verteren ze deze deeltjes/ cellen.
Geldt voor:
Bacteriën, virussen, splinters, inkt, dode/ beschadigde cellen etc. alles wat lichaamsvreemd is.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

3. Natural Killer cellen
Functie:
  • Herkennen lichaamsvreemde eiwitten in het MHC-I molecuul
  • Doden lichaamseigen cellen die zich vreemd gedragen door virusinfectie/ tumorgenen
Hoe:
  • Scheiden perforine af: een stof die de celmembraan stuk maakt (de cel sterft),
  • óf zetten de cel aan tot apoptose (DNAse wordt geactiveerd, DNA wordt afgebroken)


Slide 34 - Slide

Complementsysteem
Bron 9
  • ongeveer 30 verschillende complementeiwitten in je bloed
  • Kunnen binden aan ziekteverwekkers
  • Brengen dan een cascade op gang die leidt tot:
                   - doden van ziekteverwekkers
                    - aantrekken van witte bloedcellen
                        (via cytokines)
                    - markeren van ziekteverwekkers


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

1
2

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Witte bloedcellen van de afweer
BINAS 84I

Slide 40 - Slide

Leerdoel 16.2
  • Je hebt geleerd welk type ziekteverwekkers er zijn
  • Je hebt geleerd hoe je lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers
  • Je hebt geleerd hoe je lichaam onderscheid maakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd

Slide 41 - Slide

Wat denk je dat de oorzaak is van een auto-immuunziekte?

Slide 42 - Open question

Begrippen 16.2
bacteriën, cirkelvormig chromosoom, plasmiden, prokatyoten, microbioom, eukaryoten, parasiet, virus, eiwitkapsel, virusenvelop, DNA/ RNA virus, reverse transcriptase, niet-spefieke afweer, lichaamseigen, lichaamsvreemd, antigenen, MHC-I, infectie, complementsysteem, cascade, cytokinen, macrofagen, opsonisatie, granulocyt, fagocytose, fagocyt, NK-cel, apoptose

Slide 43 - Slide

BINAS 16.2
BINAS 71L Apoptose
BINAS 77 Virussen
BINAS 79 Bacteriën
BINAS 84I Bloedcellen
BINAS 84J1 Complementsysteem
BINAS 84J3 Niet specifieke en specifieke afweer
BINAS 84J4 Ontstekingsreactie




Slide 44 - Slide

Huiswerk
  • maak de opdrachten van 16.2
  • maak een begrippenlijst van bs 16.2

Slide 45 - Slide