2425_20250325_5.4_1V

Leerdoelen
  • Opfrissen van 5.1 t/m 5.3
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
  • Je kunt de bouw en functies van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
  • Je kunt een reflexboog beschrijven aan de hand van een voorbeeld

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Opfrissen van 5.1 t/m 5.3
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
  • Je kunt de bouw en functies van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
  • Je kunt een reflexboog beschrijven aan de hand van een voorbeeld

Slide 1 - Slide

1. Een zintuig is een orgaan dat prikkels opvangt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

3. Sofie pakt haar pen op.
Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

4. Lynn heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

6. De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

7. Siem neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel

Slide 6 - Quiz

8. In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes

Slide 7 - Quiz

9. Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er prikkels omgezet worden naar impulsen, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies

Slide 8 - Quiz

11. Zet in de juiste volgorde. Noteer als volgt:
A-B-C-D
1.
2.
3.
4.
A. Een impuls gaat naar de hersenen.
B. Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
C. Het meisje voelt dat het water koud is.
D. Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen

Slide 9 - Drag question

12. Hoe heet onderdeel 12?

Slide 10 - Open question

13. Hoe heet onderdeel 6?

Slide 11 - Open question

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de gevoelszenuwen naar de (evt via ruggenmerg) hersenen: bewustzijn
  4. Via de bewegingszenuw gaat de impuls naar bv. je arm

Slide 12 - Slide

Het rad van prikkels!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

      Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg

Zenuwen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Zenuwcellen
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Zenuwcel: cellichaam en uitlopers
  • Cellichaam: de kern
  • Uitlopers: geleiden de impulsen

Slide 17 - Slide

Gevoelszenuw

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide



Ga naar de planner in Classroom en kies voor een route: basis of uitdaging of eigen leerstrategie
= huiswerk voor 9 april




Aan de slag (1e 10 min in stilte)
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
  • Je kunt de bouw en functies van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
  • Je kunt een reflexboog beschrijven

Slide 21 - Slide

Morgen

Herhalen toetsstof, oefenen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide