week 2

week 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

week 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het BBP van Nederland is hoger dan het BBP van China.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er gemeten in bbp of in bbp per hoofd van de bevolking.
A
Industrie
B
Landbouw
C
Diensten
D
Economische ontwikkeling

Slide 14 - Quiz

Het bbp is
A
Het totaal van alle geproduceerde goederen en diensten
B
Economische groei
C
Bruto buitenlands product
D
Hoeveel rente een land betaalt over hun staatsschuld

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen het bbp en het groen bbp
A
Het groen bbp wordt gebruikt om de welvaart te meten
B
Bij het groen bbp wordt er rekening gehouden met milieuvervuiling
C
Bij het bbp wordt er rekening gehouden met duurzaamheid
D
Het groen bbp wordt wereldwijd gebruikt

Slide 16 - Quiz

Het groene BBP is altijd lager dan het 'gewone' BBP
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat betekent 'Groen BBP'?
A
Verlies van biodiversiteit
B
Traditionele economische groei
C
Milieuverantwoordelijke ontwikkeling
D
Duurzame economische groei

Slide 18 - Quiz

Welke sector profiteert het meest van Groen BBP?
A
Circulaire economie
B
Duurzame energie
C
Fossiele brandstoffen
D
Vervuilende industrie

Slide 19 - Quiz

Wat is een voordeel van Groen BBP?
A
Hogere CO2-uitstoot
B
Afname van natuurlijke hulpbronnen
C
Bevordering van biodiversiteit
D
Verbetering van luchtkwaliteit

Slide 20 - Quiz

Wat is een uitdaging van Groen BBP?
A
Te veel natuurlijke hulpbronnen
B
Financiering van duurzame projecten
C
Bevolkingsgroei
D
Verlies van werkgelegenheid

Slide 21 - Quiz

Welke organisatie promoot Groen BBP?
A
Verenigde Naties
B
EU
C
Wereldhandelsorganisatie
D
IMF

Slide 22 - Quiz

Bij de HDI index let men op armoede, levensverwachting en analfabetisme
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Als een land een 0,354 scoort op de HDI index dan is dit......
A
een fijn land om in te leven
B
een land met een lage levensverwachting
C
een land met de doodstraf
D
een land met met een laag analfabetisme

Slide 24 - Quiz

Wat hoort niet bij de HDI-index
A
analfabetisme
B
bnp/inwoner
C
koopkracht
D
levensverwachting

Slide 25 - Quiz

Centrumland
Semi-periferieland
Periferieland
Grote dienstensector
gemiddelde HDI-Index
Veel mensen in de landbouw

Slide 26 - Drag question

Laatste vraag...

Slide 27 - Slide

BNP per inwoner
BNP
Zuigelingensterfte
Scholing
Ondervoeding
(kwalitatief / kwantitatief)
Levensverwachting
Lorenzcurve
Agrarische sector
Het HDI (Human Development Index) wordt gemeten aan de hand van?

Slide 28 - Drag question

blz 256
1 t/m 9
vandaag minimaal 1 t/m 5

Slide 29 - Slide