8.5.2025 MAVO-3C

GOEDEMORGEN!



Leuk dat je er bent!

We gaan zo beginnen...
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

GOEDEMORGEN!



Leuk dat je er bent!

We gaan zo beginnen...

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1.Aanwezigheid

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in de tas. (Uit / stil.)
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond, mond leeg.
  • Schoolspullen op tafel: boek, laptop (gesloten), etui, pen en papier.
timer
1:00

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
1.Aanwezigheid

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Deze periode 


Sollicitatiebrief 

Maatschappelijk mondeling
Debat over een door ons gegeven onderwerp, dat jij vooraf gaat onderzoeken en voorbereiden
Hst 19/20 Kern
Lessonups
Instructies op Teams
Lees- en schrijfvaardigheid 
Proefwerk van 120 minuten 
Kern hst 2, 14, 15, 27, 28, 53, 54
Numo 
Formuleren naar 2F (>50%) 
Sollicitatiebrief 
CV van maatschappijkunde
Sturen naar mentor 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: woordsoorten
- Lidwoorden
- Aanwijzende voornaamwoorden
- Bezittelijke voornaamwoorden
- Wederkerende voornaamwoorden
- Bijvoeglijke naamwoorden


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Deze, die, dit en dat 
Het -woorden => dit (dichtbij), dat (ver weg) 
Het huis, dit huis, dat huis

De-woorden => deze (dichtbij), die (ver weg)
De school, deze school, die school

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
A
de portemonnee, die ik gevonden heb
B
het portemonnee, dat ik gevonden heb
C
de portemonnee dat ik gevonden heb

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
Deze winkel, maar dat winkel
B
Die winkel, maar dit winkel
C
Deze winkel, maar die winkel
D
Die winkel, maar dat winkel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord
mijn zus
jouw zus/uw zus
zijn zus/haar zus

onze zus
jullie zus
hun zus

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
A
Me opa komt me vanmiddag ophalen
B
Mijn opa komt me vanmiddag ophalen
C
M'n opa komt me vanmiddag ophalen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
We gaan naar me huis
B
Hun gaan naar hun huis
C
Me moeder brengt me thuis
D
Mijn dochter brengt me thuis

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
Hij ergert zich
B
Ik erger mijn
C
Zij ergert haar
D
Wij ergeren hij

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord

Het meisje => het leuke meisje
Een meisje => een leuk meisje

De jongen => de leuke jongen
Een jongen => een leuke jongen 




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
A
het oud opatje
B
het oude opaatje
C
de oude opaatje

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
de mooie boek
B
het mooie boek
C
een mooie boek
D
het mooi boek

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
het mooi idee
B
de mooi idee
C
het mooie idee
D
een mooie idee

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Weet je alles weer van grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

      Aan het einde van de les 
Weet je wat we gaan doen na de meivakantie en in de PTO-week

Heb je geleerd wat een argument is en wanneer een argument sterk is of niet

Weet je wat discussieprogramma's zijn 

Herken je meningen en feiten in een filmpje




Slide 21 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Deze periode 


Sollicitatiebrief 

Maatschappelijk mondeling
Debat over een door ons gegeven onderwerp, dat jij vooraf gaat onderzoeken en voorbereiden
Hst 19/20 Kern
Lessonups
Instructies op Teams
Lees- en schrijfvaardigheid 
Proefwerk van 120 minuten 
Kern hst 2, 14, 15, 27, 28, 53, 54
Numo 
Formuleren naar 2F (>50%) 
Sollicitatiebrief 
CV van maatschappijkunde
Sturen naar mentor 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Argumenten
In een debat ondersteunen mensen hun standpunt met argumenten. 
Een argument is een uitleg waarom iemand iets vindt.
Argumenten worden vaak aangegeven met één van deze woorden (signaalwoorden):

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddel = AUB
Een argument wordt sterker als je het goed kunt uitleggen.

A (argument) + U (uitleg) + B (bijvoorbeeld)


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld AUB
Stelling: Iedere school moet een politieagent krijgen.

A: ‘Want een agent op school zorgt voor meer veiligheid.’
U: ‘Een agent kan gelijk ingrijpen als er iets op school gebeurt. Ook zullen leerlingen minder snel strafbare dingen doen, omdat ze weten dat ze betrapt kunnen worden. Dat is goed, want het is belangrijk dat school veilig is zodat iedereen zich prettig voelt en goed kan leren.’
B: ‘Als er op school een telefoon gestolen wordt, kan een agent gelijk uitzoeken wie dit heeft gedaan. Dan gaat niet iedereen elkaar vals beschuldigen. Dat helpt om te zorgen voor een veilige sfeer op school.'

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een argument een sterk argument?

Argumenten zijn feitelijk
Je kunt bronnen noemen 
Ze zijn lastig te weerleggen 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een argument een zwak argument?

Argumenten zijn niet-feitelijk (gevoel, mening etc.)
Je kunt geen bronnen of ander bewijs geven
Ze zijn heel makkelijk te weerleggen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Sterk/zwak argument?
Ik moet een andere jas, want deze is uit de mode
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Sterk/zwak argument?
Mode verandert, maar soms komt iets terug. Kijk maar naar de broekspijpen uit de jaren '70, toen droegen mensen ook veel bell bottoms of flared jeans.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Sterk/zwak argument?
Ik moet meer geld krijgen van de overheid, want ik ben zielig.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Sterk/zwak argument?
Met goede cijfers kan ik een betere studie doen en meer betekenen voor de samenleving, daarom moet ik meer geld krijgen dan leerlingen die geen goede cijfers halen.
A
Sterk
B
Zwak
C
Redelijk

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Agenda

Korte uitleg deze periode
Uitleg argumenten + vragen in Lessonup
Uitleg discussieprogramma's + zelf lezen hst 19/20
Maken drie korte vragen uit het boek
Kijken filmpjes + maken vragen in werkblad


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Het zijn natuurlijk allang niet alleen maar programma's. TikTok, YouTube, Instagram staan vol met filmpjes waarin mensen proberen je te overtuigen.....

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld (incl. link of screenshot) van een filmpje dat je de afgelopen dagen hebt gezien waar mensen je proberen te overtuigen.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Zoek en schrijf op in je schrift 
Onderwerp
Hoofdgedachte
Standpunt
Argument 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Terugblik
Hoe was deze les?

-> Wat ik interessant vond, is...

-> Wat ik moeilijk vind, is...

-> Wat ik geleerd heb, is...

Slide 43 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions