1.2




Welkom
bij
economie



1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson




Welkom
bij
economie



Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Wat weet je nog van de vorige les?
  • Bespreken rekenopgaven
  • Aan de slag met §1.1
  • Uitleg §1.2
  • Aan de slag met §1.2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.1 
Weet je nog?

... wat verschillende soorten behoeften zijn
... wat het verband is tussen behoeften, middelen en schaarste
... op welke manier mensen in hun behoeften kunnen voorzien
... hoe middelen op meerdere manieren kunnen worden ingezet
... hoe je getallen op de juiste manier moet afronden
... hoe je moet rekenen met grote getallen

Slide 3 - Slide

Rekenopgaven
1.3 t/m 1.5
1.6, 1.8 t/m 1.10

Slide 4 - Slide

Aan de slag
De komende 15 minuten ga je aan de slag met het maken van de opgaven van §1.1 (uitleg van gister). Opgave 9 hoeft NIET.

Klaar?
Doorlezen § 1.2 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Na deze les...
... kan je het verschil uitleggen tussen dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven
... kan je verschillende soorten inkomsten onderscheiden
... weet je (weer) op welke manier je met procenten kunt rekenen

Slide 6 - Slide

  • Vaste lasten
  • Huishoudelijke uitgaven
  • Incidentele uitgaven 

Slide 7 - Slide

  • Inkomen uit bezit
  • Inkomen uit arbeid
  • Overdrachtsinkomen

Slide 8 - Slide

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.
Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.
Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.
(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =









percentage [ : 100 x ] getal

                        OF

 getal            [ : 100 x ]   percentage



   





 










          deel : geheel x 100


 













       (nieuw-oud) : oud x 100

Rekenen met procenten --> drie formules
1
2
3
VAN

Slide 9 - Slide

Aan de slag
De komende 20-minuten ga je aan de slag met het maken van de volgende opgaven:
§1.1: 1 t/m 8 + 10 t/m 12
§1.2: 14 t/m 18

Klaar? 
Rekonomie: 2.4 zelftest --> vraag 2.19 t/m 2.25


Slide 10 - Slide

Leerdoelen - check
Schrijf voor jezelf op (bijvoorbeeld op blz. 35):
1. Wat is het verschil tussen vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en incidentele uitgaven. Noem bij ieder ook een voorbeeld. 
2. Welke 3 verschillende soorten inkomsten onderscheiden we? Geef bij ieder weer een voorbeeld. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide