Gonio Toets


Je mag goniometrie gebruiken in ...
A
elke driehoek
B
een gelijkzijdige driehoek
C
een vierkant
D
een rechthoekige driehoek
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
Middelbare school

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson


Je mag goniometrie gebruiken in ...
A
elke driehoek
B
een gelijkzijdige driehoek
C
een vierkant
D
een rechthoekige driehoek

Slide 1 - Quiz

Je moet goniometrie gebruiken om een zijde uit te rekenen maar je hebt geen rechthoekige driehoek, Wat dan?
A
geen idee!
B
je tekent een hulplijn
C
je hebt geen rechthoekige driehoek nodig

Slide 2 - Quiz

gegeven: twee gelijkvormige driehoeken
gevraagd: twee zijdes
Wat gebruik je?
A
goniometrie
B
gelijkvormigheid
C
hoekensom driehoek
D
Stelling van Pythagoras

Slide 3 - Quiz

Als er van een rechthoekige driehoek 2 zijden bekend zijn en de onbekende zijde wordt gevraagd gebruik je:
A
Goniometrie
B
Stelling van Pythagoras
C
Gelijkvormigheid

Slide 4 - Quiz

Welk ezelsbruggetje gebruiken we bij Goniometrie?
A
SAS COS TAO
B
SOS CAS TOA
C
SOS COS TOA
D
SOS CAS TAO

Slide 5 - Quiz

Waar moet je nog meer mee oefenen?
A
Goniometrie
B
Pythagoras
C
gelijkvormigheid
D
meer dan één van deze drie

Slide 6 - Quiz

De hoogte van het huis bereken ik met:
A
Goniometrie
B
Stelling van Pythagoras
C
Meten met een geodriehoek
D
Geen idee

Slide 7 - Quiz

Kijk naar je antwoord bij vraag 1 ...
Waar zat bij jou de moeilijkheid/vergissing?
A
meter en cm
B
hellingspercentage ipv hellingshoek
C
goniometrie-gepuzzel
D
geen .. gewoon goed gemaakt

Slide 8 - Quiz

Wat is stap 1 in het stappenplan goniometrie?
A
Zoek de o, a en l
B
Schrijf de eerste regel op
C
Controleer je antwoord
D
Zoek de hoek

Slide 9 - Quiz

gegeven: hoek en zijde
gevraagd: zijde
Wat gebruik je?
A
goniometrie
B
gelijkvormigheid
C
hoekensom driehoek
D
Stelling van Pythagoras

Slide 10 - Quiz

Het schooljaar '20/'21 zit er (bijna) op. Volgend jaar is er, tot grote vreugde, weer wiskunde. Waar zie je nog het meeste tegenop van het komend schooljaar?
A
Rekenen, meten en schatten; procenten, statistiek, omrekenen etc
B
Vlakke figuren; hoeken, pythagoras vergr.factor, oppervlaktes
C
Verbanden; lineair, kwadratisch, exponentieel, wortel.
D
Ruimtemeetkunde; inhoud, goniometrie, doorsneden

Slide 11 - Quiz

Als er van een rechthoekige driehoek 1 zijde en 1 hoek bekend zijn en de onbekende zijde wordt gevraagd gebruik je:
A
Goniometrie
B
Stelling van Pythagoras
C
Gelijkvormigheid

Slide 12 - Quiz

Zijde AB kan je berekenen met:
A
Pythagoras
B
Hellingspercentage
C
Gelijkvormige driehoeken
D
Goniometrie

Slide 13 - Quiz


Hoe kun je goniometrische verhoudingen makkelijk uit je hoofd leren?
De Grote Ontdekken
Uit Wiskunde: Goniometrie
A
SOSIKWEETNIE
B
SOSHELPWATNOU
C
CASTOASOS
D
SOSCASTOA

Slide 14 - Quiz


Wat is het goede ezelsbruggetje in Goniometrie ?
A
SAS COS TOA
B
SSO CSA TOA
C
SOS CAS TOA
D
SAS CAS TOA

Slide 15 - Quiz

Welke eis zit er aan een driehoek om goniometrie toe te kunnen passen?
A
De driehoek moet een gelijkbenige driehoek zijn.
B
Er moet een langste zijde zijn.
C
Het moet een gelijkzijdige driehoek zijn.
D
De driehoek moet een rechte hoek hebben.

Slide 16 - Quiz

De afkortingen van goniometrie.
Wat is het juiste ezelsbruggetje?
A
SOS TAS COA
B
SOS CAS TOA
C
TOS CAS SOA
D
COS SAS TOA

Slide 17 - Quiz

Als je twee zijden weet van een rechthoekige driehoek en je wilt de derde zijde berekenen...dan gebruik je ...
A
de vergrotingsfactor
B
Pythagoras
C
de driehoeksom
D
Goniometrie

Slide 18 - Quiz

Over welk(e) onderwerp(en) van vlakke
figuren kan jij anderen uitleg geven?
A
eigenschappen van figuren
B
oppervlakte en omtrek (formules)
C
Pythagoras en gelijkvormigheid
D
Goniometrie

Slide 19 - Quiz

In welk(e) onderwerp(en) van vlakke figuren moet je je nog verder verdiepen?
A
eigenschappen van figuren
B
oppervlakte en omtrek (formules)
C
Pythagoras en gelijkvormigheid
D
Goniometrie

Slide 20 - Quiz

Je mag goniometrie alleen maar gebruiken in een ...
A
elke driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
vierkant
D
rechthoekige driehoek

Slide 21 - Quiz

gegeven: twee zijdes
gevraagd: zijde
Wat gebruik je?
A
goniometrie
B
gelijkvormigheid
C
hoekensom driehoek
D
Stelling van Pythagoras

Slide 22 - Quiz

De afstand naar de overkant bereken ik met:
A
Goniometrie
B
Stelling van Pythagoras
C
Meten met een geodriehoek
D
Geen idee

Slide 23 - Quiz

Als je dit type plaatje ziet .. met twee gelijkvormige driehoeken ... welke rekenstrategie zou je verwachten?
A
stelling van Pythagoras
B
Goniometrie
C
vergrotingsfactor
D
driehoeksom

Slide 24 - Quiz