2324_14.1/2 Het centrale zenuwstelsel

14.1 Het       centrale zenuwstelsel 1
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

14.1 Het       centrale zenuwstelsel 1

Slide 1 - Slide

Inhoud hoofdstuk
14.1 Bouw centraal zenuwstelsel (onderdelen hersenen) 
14.2 Cellen in het zenuwstelsel
14.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) 
14.4 Impulsoverdracht tussen neuronen 
14.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)
Presentatieopdracht over drugs

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doel 14.1
Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel

Slide 4 - Slide

Wie ben jij?
Centraal
vs
perifeer


Slide 5 - Slide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 6 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 7 - Slide

Drie typen neuronen
Sensorische neuronen:
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zin-
tuigen naar het CZS, vaak lange uitlopers.
Schakelneuronen: 
Zenuwcellen binnen het CZS.
Motorische neuronen:
zenuwcellen die impulsen vervoeren van CZS naar spieren
of klieren, vaak lange uitlopers.

Slide 8 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg

Slide 9 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Hersenen

Slide 10 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Tussen spinnenwebvlies en zachte hersen/ ruggenmergvlies zit hersenvocht en daar lopen de bloedvaten.

Er is geen directe verbinding
tussen bloed en hersenvloei-
stof.


Slide 11 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Controle welke stoffen
wel/ niet van bloed naar hersen-
vloeistof gaan door:
* tight junctions in bloedvatwand
* astrocyten om het bloedvat heen

Stoffen moeten dus door 2 cellen heen.

Slide 12 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Diffusie:
Kleine en/ of vet-oplosbare
stoffen: zuurstof, koolstofdioxide,
steroïdhormonen maar ook 
alcohol, cocaïne en antidepressiva.
Gefaciliteerd/ actief (transporteiwitten): Grotere moleculen zoals glucose of insuline -> selectief!

Slide 13 - Slide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 14 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Verbonden met de hersenbalk
  • Schors en merg

Slide 15 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire sensorische schors: ontvangt signalen van de gevoels-zintuigen/ gewaarwording.
Inkomend.

Slide 16 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire sensorische schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 17 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire auditieve schors: ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.

Slide 18 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire auditieve schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 19 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Idem voor optische schors (gezichtszintuig)

Slide 20 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire motische schors: stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.

Slide 21 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire motorische schors: opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen. Motorprogramma's.

Slide 22 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Spraakcentrum van Wernicke - begrijpen van taal. 
Spraakcentrum van Broca - aansturen van het spreken.

Slide 23 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.

Slide 24 - Slide

Grote hersenen (88C3) 

Slide 25 - Slide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 26 - Slide

Kleine hersenen 
Coördinatie
bewegingen.


Werkt dus samen  met 
de primaire en
secundaire 
motorische schors.

Slide 27 - Slide

Hersenstam

Slide 28 - Slide

Hersenstam
Coördineert allerlei 
lichamelijke
basisfuncties.
Bestaat uit: 
  • Middenhersenen
  • Pons
  • Verlengde merg

Slide 29 - Slide

Hersenstam - middenhersenen
  • Beloningscentrum
  • Reflexen mbt zien
       en horen

Slide 30 - Slide

Hersenstam - pons
  • Verbinding grote 
       en kleine hersenen
  • Verbinding even-
       wichtszintuig en
       kleine hersenen 

Slide 31 - Slide

Hersenstam - verlengde merg
  • Verbinding her-
       senen en ruggen-
       merg
  • Kruising zenuw-
       banen  

Slide 32 - Slide

Thalamus

Slide 33 - Slide

Thalamus
  • Informatie van de zintuigen richting de sensorische schors (behalve van geur). Daar wordt gefilterd welke informatie wel en niet wordt doorgegeven. 
  • informatie van de motorische schors naar de spieren (coordinatie)
  • Aansturen van emoties

Slide 34 - Slide

Hypothalamus

Slide 35 - Slide

Hypothalamus

Slide 36 - Slide

Ruggenmerg

Slide 37 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Loopt van hersenen naar stuitje. 
Loopt door de wervels in de wer-
velkolom.
Bij elke wervel ontspringen
zenuwen.
Wervel

Slide 38 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De cel-
kernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia.

Slide 39 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Aan de buikzijde (ventraal) gaan de
motorische neuronen naar buiten. 
De celkernen hiervan liggen ín het
ruggenmerg.

Slide 40 - Slide

Zenuwen
Bundel van uitlopers van 
neuronen.
Gemenge zenuw: zowel uitlopers van
sensorische als motorische neuronen.
Gevoelszenuw: alleen uitlopers van sensorische neuronen.
Bewegingszenuw: alleen uitlopers van
motorische neuronen. 

Slide 41 - Slide

Zenuwen
Ruggenmerg zenuw: zenuw die ont-
springt in het ruggenmerg.

Slide 42 - Slide

Zenuwen
Grensstrengen verbinden
de horizontale zenuw-
banen ook verticaal.

Perifeer zenuwstelsel.


Slide 43 - Slide

Zenuwen
Ganglia bevatten
cellichamen van de 
zenuwcellen.


Slide 44 - Slide

Hersenzenuwen (88L)
12 zenuwen ontspringen in
de hersenen zelf. 
I en II in de grote hersenen 
(sensorisch reuk en zicht),
de rest in de hersenstam.


Slide 45 - Slide

Hersenzenuwen (88L)
Nummer X: Nervus vagus/ zwervende zenuw
maakt verbinding met veel organen.


Slide 46 - Slide

Reflex
Een snelle reactie op een prikkel zonder dat daarvoor eerst bewustwording optreedt.
Vaak ter bescherming/ voorkoming van problemen.

Slide 47 - Slide

Reflexboog

Slide 48 - Slide

Reflex
De aansturing van de spieren/klieren zonder betrokkenheid van de grote hersnenen.
Loopt meestal via het ruggenmerg en meteen weer terug.
Behalve als het via hersenzenuwen loopt, dan via de hersenstam (bijvoorbeeld pupilreflex, speekselreflex).

Slide 49 - Slide

Opdracht
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je op een lego blokje stapt. Vermeld het type cellen dat betrokken zijn

Slide 50 - Slide

Doel 14.1
Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel

Slide 51 - Slide

Reflex
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je in een legoblokje stapt. Vermeld ook het type cellen dat betrokken is.

Slide 52 - Slide