Leesvaardigheid strategieën en voc

Leesvaardigheid
strategieën
vocabulary
1 / 46
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
strategieën
vocabulary

Slide 1 - Slide

Vertaal:
to abound
A
onderbrengen, huisvesten
B
in overvloed voorkomen
C
beschuldigen
D
verslag doen van

Slide 2 - Quiz

to come to terms with
A
zich neerleggen bij
B
ineenstorten; mislukken
C
beweren, eisen
D
zich verzoenen met

Slide 3 - Quiz

to emerge
A
opkomen
B
blijken
C
aanmoedigen
D
uitvoerig ingaan op

Slide 4 - Quiz

to convene
A
afkeuren
B
eisen
C
samenkomen
D
wanhopen

Slide 5 - Quiz

vocabulary
Study the following words

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

suspect
tabloid
tension
the writer’s present stance
threat
tiny
abundance
to accommodate 
to account 
to accuse
spanning
de schrijvers huidige standpunt
verdacht
verslag doen van
heel erg klein
beschuldigen
schandaalblad
huisvesten
in overvloed
dreiging

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

to acknowledge
to adapt
to admit 
to advocate 
to afford
to agree with
to allege
to announce 
to appeal to
to appoint
aantrekken
beweren
zich permitteren
toegeven
erkennen
benoemen
aankondigen
instemmen met
voorstaan
aanpassen

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Vertaal: to aspire to

Slide 12 - Open question

Vertaal: to appoint

Slide 13 - Open question

to assert

Slide 14 - Open question

to avoid

Slide 15 - Open question

to ban

Slide 16 - Open question

to be in the process of

Slide 17 - Open question

to benefit

Slide 18 - Open question

to believe

Slide 19 - Open question

to attend

Slide 20 - Open question

to approve

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Vertaal: to blame
A
de schuld nemen
B
de schuld geven

Slide 23 - Quiz

to bother about/with
A
zich druk maken om
B
zich bemoeien met

Slide 24 - Quiz

to burgle
A
kopen
B
inbreken

Slide 25 - Quiz

to collapse
A
ineenstorten
B
mislukken

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

to conceal
A
verbergen
B
concurreren

Slide 28 - Quiz

to confess
A
concurreren
B
(op)biechten

Slide 29 - Quiz

to conserve
A
behouden
B
bevatten

Slide 30 - Quiz

to conspire
A
samenzweren
B
samenkomen

Slide 31 - Quiz

Leesvaardigheid
Ik spreek Cito
Eindexamensite.nl

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link