What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Les 6: Zelfstandig naamwoord, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord
Lesplanning 1F
- Vrij Lezen
- Uitleg ZN-LW-BN
Huiswerk donderdag 9 februari:
Maak opdracht:1 (kies 3 zinnen), 2 (kies 3 zinnen) en 5 (kies 4 zinnen).
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesplanning 1F
- Vrij Lezen
- Uitleg ZN-LW-BN
Huiswerk donderdag 9 februari:
Maak opdracht:1 (kies 3 zinnen), 2 (kies 3 zinnen) en 5 (kies 4 zinnen).
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Afkortingen
ZN: zelfstandig naamwoord
LW: lidwoord
BN: bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
Zelfstandig naamwoord ZN
Dit is een woord voor een mens, dier, ding, plant of gevoel.
kat, huis, hond liefde, verdriet, cactus
Heeft meestal een enkelvoud en meervoud: kat/katten.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken: koekje, bakje, boekje.
Slide 3 - Slide
Lidwoord LW
De
,
het
of
een
Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.
de fiets, het huis, de hond, een dier
Slide 4 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord BN
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Staat meestal vóór en soms achter een zelfstandig naamwoord.
Slide 5 - Slide
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit
Coca Cola
drinken bij de computer.
A
zelfstandig naamwoord (znw)
B
voorzetsel (vz)
C
bijvoeglijk naamwoord (bijv. nw)
D
zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar
de
winkel.
A
lidwoord (lw)
B
persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film
gekeken
.
A
zelfstandig werkwoord (zww)
B
hulpwerkwoord (hww)
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar
huis
.
A
zelfstandig werkwoord (zww)
B
zelfstandig naamwoord (znw)
C
bijvoeglijk naamwoord (bijv. nw)
D
voorzetsel (vz)
Slide 9 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (znw) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.
Slide 10 - Open question
Kies de juiste woordsoort.
Ik
heb
veel nagedacht.
A
zelfstandig werkwoord (zww)
B
hulpwerkwoord (hww)
Slide 11 - Quiz
More lessons like this
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Toets woordsoorten 1v
March 2020
-
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Groep 4 | taal | werkwoorden
August 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 4 | taal | werkwoorden
July 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
Woordenboek schrijfvaardigheid
July 2025
-
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Proefles Alle of allen, 2F
July 2018
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
SCORE Nederlands vo/mbo
Proefles Alle of allen, 2F
July 2018
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
SCORE Nederlands vo/mbo