diagnostische toets 5/6 vwo herhaling werkwoorden tegenwoordige tijd

Herhaling werkwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling werkwoorden

Slide 1 - Slide

1. Wat heb je bestudeerd?
Je kent de vormen van de Präsens (tegenwoordige tijd) van:
- onregelmatige werkwoorden
- zwakke werkwoorden
- Modal Verben

Slide 2 - Slide

1. o.t.t. Wir (leben) … in einer guten Zeit.

Slide 3 - Open question

2. o.t.t. Er (angeln) … am liebsten am Fluss.

Slide 4 - Open question

3. o.t.t. Warum (bleiben) … du nicht zum Essen?

Slide 5 - Open question

5. o.t.t. Er (sein) ...... auf dem Sportplatz.

Slide 6 - Open question

4. o.t.t. Was (kaufen) … du? Pommes mit Ketchup?

Slide 7 - Open question

6. o.t.t. (Zelten) … ihr oft? (=kamperen)

Slide 8 - Open question

7. o.t.t. Du (werden) … einen Regenschirm brauchen.

Slide 9 - Open question

8. o.t.t. (Wollen) … du mir etwas erzählen?

Slide 10 - Open question

9. o.t.t. (Dürfen) … Anita etwas früher nach Hause?

Slide 11 - Open question

10. o.t.t. (Mögen) … ihr mitfahren?

Slide 12 - Open question

11. o.t.t. (hebben) .... ihr noch genug Zeit?

Slide 13 - Open question

12. o.t.t. Warum (grüßen) … du sie nicht?

Slide 14 - Open question

13. o.t.t. Was (machen) … dein Bruder gern?

Slide 15 - Open question

14. ........ ihr ganz verrückt geworden?

Slide 16 - Open question

15. o.t.t. Wann (kommen) … du nach Hause?

Slide 17 - Open question

16. o.t.t. Frau Peters, das ....... (sollen) Sie doch nicht so machen!

Slide 18 - Open question