Oefentoets Ecologie 4TL

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie
1 / 29
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je een gebied waarbinnen wisselwerking plaatsvindt tussen de abiotische en de biotische factoren?
A
Duin gebied
B
Ecosysteem
C
Biologisch middelpunt
D
Ecologie

Slide 2 - Quiz

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 3 - Quiz

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
In de ecologie bestuderen we de wisselwerkingen binnen een populatie

Slide 4 - Quiz

Stukje ecologie: Welke organismen zijn dol op poep?
A
Reducenten
B
Producenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je het geheel van alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied?
A
Ecosysteem
B
Ecologie
C
Abiotische factoren
D
Biotische factoren

Slide 6 - Quiz

Consumenten nemen zowel anorganische als organische stoffen uit hun omgeving op.
A
alleen organische stoffen
B
alleen anorganische stoffen
C
zowel anorganische stoffen als organische stoffen

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding is de kringloop van stoffen in een ecosysteem schematische weergeven.
Met nummer 3 wordt een ..... aangegeven.
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 8 - Quiz

In een park leven huismussen (vogels). De vogels worden soms gevangen en opgegeten door een huiskatten. De huiskatten hebben invloed op de populatie grote van de huismussen in het park en noemen we een .......
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 9 - Quiz

Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten noem je een ....
A
ecosysteem
B
biotoop
C
levensgemeenschap
D
populatie

Slide 10 - Quiz

Als dieren en planten dood gaan worden ze eerst opgegeten door afvaleters en daarna worden de overgebleven resten afgebroken door schimmels en bacteriën. De afvaleters behoren tot de ......
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zie je de koolstofkringloop schematisch weergegeven. Met welke van de genummerde pijlen geeft (geven) fotosynthese weer?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 12 - Quiz

Planteneters zijn consumenten van de 1e orde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Iedere voedselketen begint met een ....
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 14 - Quiz

In werkelijkheid lopen verschillende voedselketens door elkaar heen. Al deze voedselrelaties samen noem je een ......
A
voedselweb
B
voedselketen

Slide 15 - Quiz

een beer is een :
A
topganger
B
teenganger
C
zoolganger
D
hoefganger

Slide 16 - Quiz

De egel uit afbeelding 1 is een zoolganger.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 18 - Quiz

Is een geit een hoefganger, teenganger of een topganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
zoolganger

Slide 19 - Quiz

Welke vogel heeft deze poot
A
roofvogel
B
zangvogel
C
steltloper
D
loopvogel

Slide 20 - Quiz

In de afbeelding zie je de poten van een vogel.

Bij welke vogel horen deze poten?
A
weidevogels
B
watervogels
C
roofvogels
D
spechten

Slide 21 - Quiz

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel

Slide 22 - Quiz

Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water

Slide 23 - Quiz

Wat is/ zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 24 - Quiz

Deze plant klimt m.b.v. hechtwortels langs andere planten omhoog, naar het licht. De planten hebben deze aanpassingen om omhoog te klimmen, om zo voldoende zonlicht te krijgen voor de fotosynthese.

A
Klimop
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozetten

Slide 25 - Quiz

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 26 - Quiz

In de stikstofkringloop vindt in de grond een omzetting plaats van afval (dode resten van organismen) in (stikstof)mineralen. Welke organismen zorgen voor deze omzetting?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën en schimmels
D
Zowel planten, dieren, schimmels als bacteriën

Slide 27 - Quiz

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 28 - Quiz

Welke piramide heeft altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides

Slide 29 - Quiz