PV P3 W2

Zorg bij bedrustcomplicaties
hoofdstuk 6
2
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zorg bij bedrustcomplicaties
hoofdstuk 6
2

Slide 1 - Slide

6.3 contracturen
Deze factoren bepalen het risico op het krijgen van complicaties...
  • mate van bewegen (ouderen bewegen vaak minder, kunnen niet altijd zelf van houding veranderen of zijn van anderen afhankelijk om te bewegen)

Slide 2 - Slide

6.3 contracturen
Een contractuur is een niet-normale stand van een gewricht, waardoor een vervorming van het gewricht ontstaat.

Slide 3 - Slide

6.3 contracturen
Oorzaak is een langdurige zelfde stand, zonder enige activiteit...
  • hierdoor worden spieren en pezen korter
  • hierdoor ontstaat een stand afwijking (dwangstand)
  • dit doet vaak pijn en het gewricht is stijf

Slide 4 - Slide

6.3 contracturen
Soorten contracturen...
  • een flexiecontractuur (het gewricht staat in de buigstand)

Slide 5 - Slide

6.3 contracturen
Soorten contracturen...
  • een flexiecontractuur (het gewricht staat in de buigstand)
  • een extensiecontractuur (het gewricht staat in de strekstand)

Slide 6 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
1 cliënten met een meervoudige beperking of die ernstig verstandelijk beperkt zijn
  • door afname van de mobiliteit
  • door afhankelijkheid van een rolstoel
  • door het niet goed kunnen uiten van pijn

Slide 7 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
2 ouderen in een verpleeghuis
  • door afname van de mobiliteit
  • door hersenschade (dementie, beroerte)

Slide 8 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
3 mensen met een zenuw- of spierziekte
  • door afname van de mobiliteit
  • doordat de zenuwen de spieren niet meer stimuleren (verlamming)
  • doordat spieren niet goed worden gemaakt of onderhouden

Slide 9 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
4 mensen met ontstekingsreuma (reumatoïde artritis)
  • ontstoken gewrichten
  • verminderde mobiliteit door pijn

Slide 10 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
5 mensen met langdurig gips
  • door afname van de mobiliteit
  • het gewricht wordt door het gips vastgezet

Slide 11 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
6 mensen met littekens
  • door brandwonden
  • door chirurgie

Slide 12 - Slide

6.3 contracturen
cliënten met risico
na veel operaties en jaren verder :)

Slide 13 - Slide

6.3 contracturen
voorkomen (preventie)
  • het voeteneind losjes instoppen om spitsvoeten te voorkomen
  • ondersteun met kussens om doorzakken te voorkomen

Slide 14 - Slide

6.3 contracturen
voorkomen (preventie)
  • mobiliseren door middel van activiteiten, maar ook oefeningen doen

Slide 15 - Slide

6.3 contracturen
behandeling
Lees tabel 2 Behandelen van contracturen op bladzijde 216 (oranje kader)
  • opdracht: deze punten in enkele woorden samenvatten

Slide 16 - Slide

6.3 contracturen
behandeling
  • gebruik maken van een lichaams-ondersteunend hulpmiddel (orthese), zoals bandage of spalk

Slide 17 - Slide

6.3 contractuur
behandeling
  • (met of zonder hulpmiddel) mobiliseren

Slide 18 - Slide

6.3 contractuur
behandeling
  • operatie om de contractuur te verhelpen

Slide 19 - Slide

6.4 trombose
Deze factoren bepalen het risico op het krijgen van complicaties...
  • mate van bewegen (ouderen bewegen vaak minder, kunnen niet altijd zelf van houding veranderen of zijn van anderen afhankelijk om te bewegen)

Slide 20 - Slide

6.4 trombose
Trombose is een afsluiting in een bloedvat door een stolsel
  • door immobiliteit is de bloedstroom trager
  • bloed heeft dan neiging om te gaan stollen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

6.4 trombose
Klachten van trombose zijn...
  1. zwelling van het been
  2. pijn in het been
  3. rood glanzend en warm aanvoelend been
1
2
3

Slide 23 - Slide

  1. zwelling
  2. pijn
  3. rood glanzend en warm aanvoelend been

Slide 24 - Slide

6.4 trombose
  • meestal ontstaat trombose in een beenader (DVT = diep veneuze trombose, 1) met een longembolie (2) als risico
  • soms ontstaat trombose in een slagader (3) met een beroerte (4) als risico
beenader
1
longembolie
2
buikaorta
3
beroerte
4

Slide 25 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Immobiliteit
  • trage bloedstroom en slechte pompfunctie van het hart

Slide 26 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Operatie
  • er wordt een wond gemaakt, dus bloed wíl ook stollen
  • het is  een periode van immobiliteit

Slide 27 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Hartritmestoornissen
  • als het hart ongecontroleerd samentrekt, wordt er geen goede slag gemaakt en staat de bloedstroom stil
  • hierdoor kan het gaan stollen

Slide 28 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Anticonceptiepil
  • de pil leidt tot een andere samenstelling van het bloed
  • hierdoor kan het gaan stollen

Slide 29 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Corona
  • het virus beïnvloedt de stolling, zodat eerder een stolsel ontstaat
  • het is nog onbekend hoe het virus dit doet

Slide 30 - Slide

6.4 trombose
risicofactoren
Roken
  • nicotine maakt de vaatwand stug
  • hierdoor ontstaat verkalking en hoge bloeddruk
  • groter risico op stollen

Slide 31 - Slide

6.4 trombose
voorkomen (preventie)
  • mobiliseren
  • steunkousen (antitrombose kousen of TED-kousen) in verschillende lengtes
  • antistolmedicatie

Slide 32 - Slide

6.7 spieratrofie
Deze factoren bepalen het risico op het krijgen van complicaties...
  • mate van bewegen (ouderen bewegen vaak minder, kunnen niet altijd zelf van houding veranderen of zijn van anderen afhankelijk om te bewegen)

Slide 33 - Slide

6.7 spieratrofie
Spieratrofie is het minder worden van spierweefsel. De spier wordt dun en slap. Hierdoor ontstaan...
  • zichtbare daling van de omvang
  • bewegingsbeperking
  • loopproblemen
  • spierzwakte
  • verlamming of juist spierpijn

Slide 34 - Slide

6.7 spieratrofie
risicofactoren
Immobiliteit
  • het lichaam ruimt alles op wat niet actief blijft

Slide 35 - Slide

6.7 spieratrofie
voorkomen (preventie)
Actief bewegen door zelfstandig kleine en grote bewegingen te maken

Slide 36 - Slide

6.7 spieratrofie
voorkomen (preventie)
Passief bewegen 
een ander persoon of een hulpmiddel maakt de beweging

Slide 37 - Slide

6.7 spieratrofie
voorkomen (preventie)
Goed eten
  • rijk aan bouwstoffen (eiwitten)

Slide 38 - Slide

opdrachten 8 t/m 17 maken en zelf nakijken

Slide 39 - Slide