This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek de wereld van alinea's en kernzinnen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je alinea's identificeren en de kernzin van een alinea vinden.
Slide 2 - Slide
Geef de leerlingen een duidelijk doel voor de les.
Wat weet je al over alinea's en kernzinnen?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Inleiding
Een tekst is opgebouwd uit verschillende delen: inleiding, inhoud en slot.
Slide 4 - Slide
Leg uit dat een tekst een bepaalde structuur heeft.
Weggelaten regel
Een regel wordt soms weggelaten om een ander deelonderwerp aan te duiden binnen hetzelfde hoofdonderwerp.
Slide 5 - Slide
Leg uit waarom en wanneer een regel wordt weggelaten in een alinea.
Tussenkopjes
Tussenkopjes worden gebruikt om deelonderwerpen aan te geven.
Slide 6 - Slide
Beschrijf het gebruik van tussenkopjes en geef voorbeelden.
Tekstverbanden
Een tekstverband met een signaalwoord leidt naar een zin voor een tussenregel.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe tekstverbanden helpen bij het begrijpen van de samenhang in een tekst.
Kernzinnen
De eerste of laatste zin van een alinea is meestal de kernzin.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat een kernzin is en waar je deze kunt vinden.
Kernzin vinden
Kijk naar de eerste zin van een alinea om de kernzin te vinden.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het vinden van de kernzin in een alinea.
Uitzondering
Als een alinea begint met een verhaaltje, is de tweede zin meestal de kernzin.
Slide 10 - Slide
Leg uit dat er soms uitzonderingen zijn bij het vinden van de kernzin.
Slide interactief
Welke zin is de kernzin: 'De kat sprong behendig op de muur.'?
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen de juiste zin kiezen en bespreek het antwoord.
Oefening
Identificeer de alinea en de kernzin in de volgende tekst: 'Er zijn verschillende soorten fruit. Appels, peren en bananen zijn populaire keuzes.'
Slide 12 - Slide
Laat de leerlingen individueel of in groepen de alinea en de kernzin identificeren.
Samenvatting
Een alinea bestaat uit meerdere zinnen en heeft een kernzin die het belangrijkste idee van de alinea weergeeft.
Slide 13 - Slide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vat deze samen.
Reflectie
Wat heb je vandaag geleerd over alinea's en kernzinnen?
Slide 14 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over wat ze hebben geleerd en bespreek hun antwoorden.
Toepassing
Schrijf een korte tekst over je favoriete hobby en gebruik alinea's en kernzinnen.
Slide 15 - Slide
Laat de leerlingen hun schrijfvaardigheden toepassen door een tekst te schrijven met behulp van alinea's en kernzinnen.
Vraag en antwoord
Heb je nog vragen over alinea's en kernzinnen?
Slide 16 - Slide
Geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen en beantwoord deze.
Bronnen
Verwijs naar relevante bronnen en studiemateriaal over alinea's en kernzinnen.
Slide 17 - Slide
Geef de leerlingen extra bronnen om verder te kunnen lezen over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.