Grammatica, les 3

Grammatica, les 3

Hoofdstuk 2. Zinsdelen en zinnen

Vandaag

• Wat is het onderwerp van een zin?
• Wat is de persoonsvorm?
• Wat is een enkelvoudige zin?
• Wat is een samengestelde zin?

Wat is een zin?

Zin

• Een verhaal dat begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
• Een zin heeft altijd een onderwerp en een persoonsvorm.

Wat is het onderwerp van een zin?

Onderwerp

• Het ding of mens die wat doet in een zin
• Hoofdrolspeler

Persoonsvorm

Persoonsvorm

• Vorm van het werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp van de zin
• Dat wat er gebeurt

Persoonsvorm herkennen

1. Verander het aantal van de zin
2. Verander de tijd van de zin
3. Maak een vraagzin

Maak een enkelvoudige zin

Enkelvoudige zin

• Zin met een enkel verhaal.

"Ik heb van het weekend gewerkt"

Samengestelde zin

• Zin met twee of meerdere verhalen.

"Ik heb van het weekend gewerkt en daarna bier gedronken."

Hoe kun je het beste de persoonsvorm in een zin herkennen?

Tijd veranderen

Vraagzin maken

Aantal veranderen

Wat is een samengestelde zin?

1. Een zin met een boodschap
2. Een zin met meerdere boodschappen

Wat is het onderwerp van een zin?

1. Degene/hetgene die wat doet in de zin
2. Hetgene wat iemand/ iets doet in de zin

Gram 2

• Maak heel paragraaf 2.3