Grammatica, les 5

• Applicatie- en mediaontwikkelaar
• Basisschool
• Groep 3

Grammatica, les 5

Hoofdstuk 3. Werkwoordsspelling

Deze les

• Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Hoe kun je het beste de persoonsvorm in een zin herkennen?

Tijd veranderen

Vraagzin maken

Aantal veranderen

Persoonsvorm herkennen

1. Verander het aantal van de zin
2. Verander de tijd van de zin
3. Maak een vraagzin

Persoonsvorm

• Vorm van het werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp van de zin
• Dat wat er gebeurt

Wat is de persoonsvorm in:
Ik loop naar de bakker.

Zet de zin in de verleden tijd:
Ik koop een zak met bruine broodjes.

Wat is de stam / ik-vorm van
zingen

Wat is de stam / ik-vorm van
eten

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

• Ik-vorm, stam+t of stam+en
• Uitzondering: Schrijf geen ik-vorm +t als er jij achter de persoonsvorm staat

(gebeuren) Er ... weer van alles.

(zwemmen) De kinderen ...
in het koude water.

(worden) Dat ... niet makkelijk.

(nemen) ... je liever de
andere weg?

Gram 3

• Maak de opdrachten van de paragrafen die je nog niet voldoende hebt gemaakt op de oefentoets
• Maak de oefentoets (als je dat nog niet hebt gedaan)
• Werk eventuele achterstanden weg