1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden 

Slide 1 - Slide

Planning
Welkom
Herhaling 1.3 (5min)
Leerdoelen 1.4 vwo
Uitleg 1.4 vwo

HAVO: Opdracht met de atlas 
KLAAR?: opdrachten 1.3 maken in methode

Slide 2 - Slide

Leg 1 belangrijke verandering in de wereldeconomie na WO2 uit + 1 begrip . (1945-1990)
Gebruik de methode
timer
2:00

Slide 3 - Open question

Noem een belangrijke verandering in de wereldeconomie na 1990 uit + begrip.
Gebruik de methode.

Slide 4 - Open question

Leerdoelen 
Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen.
Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede et elkaar samenhangen.
Je kunt door het vergelijken van verschillende kaarten aantonen dat een land arm is.

Slide 5 - Slide

Lezen 1.3 
Eerste deel 
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
De oorzaken moet je soms zoeken:
 bij (interne oorzaken) en 
bij (externe oorzaken)

Wanneer in een land veel negatieve factoren samenvallen, is de kans op armoede onder de bevolking groter.

Slide 7 - Slide

Interne oorzaken; binnen het land zelf.
  1. Natuurlijke oorzaken
  • Ontwikkelingskansen: er is voldoende vruchtbare grond, goed klimaat, natuurlijke hulpbronnen, niet te bergachtig en voldoende neerslag.
  • Ligging: een goed bereikbaar land ( infrastructuur, grenzend aan zee ) heeft meer kansen dan een land omringd door andere landen

Slide 8 - Slide

Interne oorzaken; binnen het land zelf.
2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: corruptie en slecht bestuur is niet goed voor een land. Een sterke overheid zorgt voor rust!
  • Bevolkingsopbouw: arme landen veel jongeren en rijke landen vergrijzing. Ideaal is een goede mix

Slide 9 - Slide

Externe oorzaken Hierbij gaat het om het soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen.
1. Koloniaal verleden
  • exploitatie kolonie: leveren van grondstoffen en landbouwproducten aan het moederland
  • vestigingskolonie: kolonisten gingen in het land wonen
2. rol land in de wereldeconomie
  • goede/gunstige ligging zodat mno's zich er gaan vestigen

Slide 10 - Slide

Interne oorzaken:
menselijke factoren:
mate van ongelijkheid
Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sommige groepen profiteren meer van de groeiende welvaart dan andere. Sociale ongelijkheid druk je uit met de Gini-coëfficiënt. Grote ongelijkheid in combinatie met een grote groep jongeren zonder uitzicht op werk, kan leiden tot ernstige sociale onrust in een land.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdracht: zoeken in de atlas 
Zoek de GINI- coefficient op van deze landen: 

Nigeria
IJsland
Nederland 
China 

Slide 14 - Slide

Waarom zijn landen arm?

Slide 15 - Mind map

Bevolkingsopbouw

Slide 16 - Slide

Leg 1 fase van de periode uit de tijd van de koloniale verhoudingen uit + begrip (1500-1945)

Slide 17 - Open question