Maandag 12 december 3.5

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
uitleg rekentrainer Hoofdstuk 3
Zelfstandig aan het werk met de rekentrainer
Nakijken van de rekentrainer
Uitleg over paragraaf 3.5
Zelfstandig aan het werk met 3.5

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je/weet je:
rekenen met heel veel nullen
rekenen met de verandering in procenten
uitleggen wat er gebeurd als je geen baan meer hebt
wat je kunt doen als je geen baan meer hebt

Slide 3 - Slide

heel veel nullen
Hoeveel nullen heeft 1 duizend?
Hoeveel nullen heeft een miljoen?
Hoeveel nullen heeft een miljard?

Slide 4 - Slide

heel veel nullen
1 duizend = 1.000 (3 nullen)
1 miljoen = 1.000.000 (6 nullen)
1 miljard = 1.000.000.000 (9 nullen)

Slide 5 - Slide

Rekenen met heel veel nullen
Gelijk aantal nullen, dan mag je "gewoon" rekenen en hoef je de nullen niet mee te tellen.

bijvoorbeeld:
2,5 miljoen + 3 miljoen = 2,5 + 3 = 5,5 miljoen
of
3 miljard x 7 miljard = 3 x 7 = 21 miljard

Slide 6 - Slide

Omrekenen naar gelijke nullen
Duizend                                          miljoen                              - miljard
         x 1000                                         x 1000      

miljard                                     miljoen                           duizend
: 1000                                       :1000   

Slide 7 - Slide

Rekenen met veel nullen
Verschil in aantal nullen, dan moet je de nullen gelijk maken.

voorbeeld:
2,5 miljard + 3 miljoen  
2,5 miljard + 0,3 miljard = 2,5 + 0,3 = 2,8 miljard

(3 miljoen omrekenen naar miljard)
(3 : 1000 = 0,3 miljard) 

Slide 8 - Slide

Rekenen met veel nullen
Nog een voorbeeld:

70 miljard : 14 miljoen   (eerst omrekenen)
70.000 miljoen : 14 miljoen = 5.000

70 miljard x 1000 = 70.000 miljoen

Slide 9 - Slide

Aan de slag
maken bladzijde 81 eerste kolom
timer
7:00

Slide 10 - Slide

Verandering in procenten
Formule:

(Nieuw - Oud) : Oud x 100

Slide 11 - Slide

Wanneer?
Woorden als:
stijging, daling, toegenomen, afgenomen

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Een artikel is afgeprijsd van € 15 naar € 11,25.
Hoeveel procent is het artikel gedaald in prijs?


Slide 13 - Slide

Antwoord
(11,25 - 15) : 15 x 100 = - 25
Dus een daling van 25%

Slide 14 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Maken de rekentrainer op bladzijde 81 
Tweede kolom
timer
7:00

Slide 15 - Slide

Nakijken van de rekentrainer

Slide 16 - Slide

wat zijn de gevolgen van werkloosheid?

Slide 17 - Mind map

Wat kun je zelf doen tegen werkloosheid?

Slide 18 - Mind map

wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?

Slide 19 - Mind map

Geen werk meer en dan?
Je krijgt eerst een WW-uitkering (70% van je laatst verdiende loon)

Daarna krijg je een bijstandsuitkering of niet.

Slide 20 - Slide

Scholing
Bijscholen (extra kennis opdoen voor je vak)

Herscholen (opfrissen wat je al aan het doen bent)

Omscholen ( je leert een totaal ander vak)

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken 
aan de slag met paragraaf 3.5

Slide 22 - Slide