Alles stroom in een kring

Bloed tot stroom

Je bloed stroom door je lichaam. 

In je lichaam stroomt ook elektriciteit. Maar hoe stroomt dat nu eigenlijk?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bloed tot stroom

Je bloed stroom door je lichaam. 

In je lichaam stroomt ook elektriciteit. Maar hoe stroomt dat nu eigenlijk?

Slide 1 - Slide

doelen van deze les
  1. je weet wat statische elektriciteit is
  2. je weet wat een stroomkring is
  3. je weet wat een serieschakeling is
  4. je weet wat een parallelschakeling is
  5. je kunt stroomsterktes in beide kringen uitrekenen

Slide 2 - Slide

Slide 4 - Video

Vrije elektronen in geleider

Slide 5 - Slide

Statische elektriciteit
Wrijf de voet over de grond en raak de deurknop aan

Slide 6 - Slide

Statische elektriciteit - lading
Te veel elektronen
Te veel elektronen
Negatieve lading
Te weinig elektronen
Te weinig elektronen
Positieve lading
Elektronen - Protonen gelijk
Evenveel elektronen
als protonen
Geen lading (neutraal)

Slide 7 - Slide

Gevaren statische elektriciteit

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Statische elektriciteit - afstoten
Gelijke ladingen stoten elkaar af

Slide 10 - Slide

Statische elektriciteit - aantrekken
Ongelijke ladingen trekken elkaar aan

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Er is druk, maar geen stromend water
Er is spanning, maar geen stroom

Slide 15 - Slide

Watermeter meet hoeveel 
water
Stroommeter meet hoeveel stroom

Slide 16 - Slide

Stroom meten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Serie: It = I1 = I2 = I3
Ut = U1 + U2 + Ux 

Slide 19 - Slide

Parallel: It = I1 + I2 + I3
Ut = U1 = U2 = Ux 

Slide 20 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 21 - Slide

Hoeveel stroomkringen bevat een serieschakeling?
A
één
B
meerdere

Slide 22 - Quiz

Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 23 - Quiz

Een serieschakeling heeft lampjes .....
A
onder elkaar
B
achter elkaar

Slide 24 - Quiz

Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 25 - Quiz

Wat is er constant bij een serieschakeling?
A
De stroomsterkte
B
De spanning
C
De weerstand
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 26 - Quiz

Hoeveel stroomkringen bevat een parallelschakeling
A
één
B
meerdere

Slide 27 - Quiz

Wat voor schakelingen zijn dit?
A
A = parallelschakeling B = serieschakeling,
B
A = serieschakeling B = parallelschakeling
C
A & B zijn serieschakelingen
D
A & B zijn parallelschakelingen

Slide 28 - Quiz

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 29 - Quiz

Ga verder met de module

Slide 30 - Slide